Grebbedijk

Vandaag liep ik de Grebbedijk – de kurk die de fles van de Gelderse Vallei droog houdt. Die kurk-in-de-fles loopt van de Grebbeberg bij Rhenen naar de Wageningse Berg, en is heel belangrijk voor Eemland: eerdere dijkdoorbraken hier stuwden het rivierwater tot voorbij Amersfoort (bron).

Ik liep ongewoon lekker vandaag – voelde me al stappend heel gelukkig. En dat op een dag met snijdend koude wind, met sneeuw en ijs nog in de uiterwaarden, een landschap in zwart-wit. Dat hielp toen ik probeerde me het landijs voor te stellen van zo’n 150.000 jaar geleden – een ijsmassa die de Utrechtse Heuvelrug en het Veluwemassief opstuwde en de Gelderse Vallei uitsleet. Maakbaarheid, maar niet door mensenhand.

De eerste mensen arriveerden pas 15.000 jaar geleden (bron), en pas vanaf de 11e eeuw zijn we het landschap van Nederland gaan vormen via dijken. Nieuwkomers zijn we dus, maar wel met heel veel effect. Wanneer de eerste Grebbedijk is aangelegd? Dat kon ik nergens vinden. Wel vond ik het ‘College van de Grebbedijk’ (bron) – opgericht in de 14e eeuw om de Grebbedijk te beheren. Toen was-ie er dus al. Het waterschap van nu – Vallei en Veluwe – zet in op dijkversterking, want de Grebbedijk voldoet niet aan de nieuwste normen (bron). Een dijk is nooit af, dat blijkt.

Het was vreemd om vanaf de uiterwaarden van wat hier de Nederrijn heet naar een best-wel-steile bergwand te kijken. Dat ben ik als bewoner van het Rivierenland geheel niet gewend – bij ons is het land zo plat als een pannekoek. Het is nauwelijks waarneembaar waarom de Waal stroomt waar-ie stroomt, maar die Nederrijn, die heeft duidelijk geen keus. Wat de kurk-in-de-fles nog eens zo hachelijk maakt, trouwens.