Gewoon timotheegras – Phleum pratense
Ik maakte vandaag weer foto’s van mijn gras samples en probeerde te determineren welke grassoorten hierin de kop opsteken. Méér verschillende grassoorten dan ik had verwacht : tenminste vijf, als ik op de verschillende bloeiwijzen af mag gaan. Er is ook een enkele verdwaalde brandnetel, en een zuring, maar die zijn nog heel klein.
Gras determinieren blijkt akelig moeilijk te zijn. Tenminste: voor mij. Ik raadpleegde eerst het Handboek Melkveehouderij, waarin tekeningen staan van verschillende soorten gras. Ik liet me al snel verslaan door het jargon – wist niet dat gras tongetjes en oortjes heeft, bijvoorbeeld. Ging dus over op foto’s:
https://www.floravannederland.nl/home/
plantensoorten/hoofdgroepen/grasachtigen/ en https://www.verspreidingsatlas.nl/0932
Om goed te kunnen vergelijken met de foto’s op die sites heb ik zelf de camera gepakt. Eerst gebruikte ik mijn Iphone, daarna – voor meer controle en detail – mijn Nikon D500 met macrolens.Het fotograferen begon als een manier om de grassen te identificeren, maar kreeg al snel een eigen leven. Gras is mooi!
Tot nu toe heb ik Lolium perenne (Engels raaigras), Holcus lanatus (Gestreepte eitbol) en Phleum pratense (Gewoont timotheegras, Weidekattenstaart of Gewone kattenstaart) geïdentificeerd. Hieronder Gewoon timotheegras:
Timotheegras Phleum pratense
Timotheegras is een overblijven, polvormende soort. Het korte, onderste stengellid is vaak min of meer knolvormig verdikt. Ook kunnen er korte, dikke rizomen aanwezig zijn. De groene tot grijsgroene bladeren vertonen een kenmerkende draaiing om de lengte-as. De lengte van het tongetje is mede afhankelijk van het ontwikkelingsstadium; in het vegetatieve stadium is de witte tong 2 a 3 mm en in het bloeistadium kan de tong tot 6 mm lang zijn. De gemiddelde doorschietdatum van het hooitype valt in de tweede week van juni en van het tussentype en weidetype respectievelijk in de derde en vierde week van juni. De bloeistengels kunnen tot 150 cm hoog worden. De aarpluim is tot 20 cm lang. De soort komt voor op allerlei, vooral vochthoudende grondsoorten. Verder langs wegen en dijken. Timotheegras verdraagt maaien goed maar beweiden slechts matig.
Timotheegras wordt landbouwkundig hoog gewaardeerd en is in meerdere graszaad mengsels opgenomen. De soort is zeer wintervast. In een jong stadium is de soort zeer smakelijk, maar wanneer het gewas eenmaal is doorgeschoten neemt het vee het minder goed op.
Wind, K en Elzebroek A. TH. G , 1989, Graslandplanten, Uitgeversmaatschappij C. Misset BV, Doetinchem – quote pag 23
https://research.wur.nl/en/publications/handboek-
Remmelink, G., van Middelkoop, J., Ouweltjes, W., & Wemmenhove, H. (2020). Handboek melkveehouderij 2020/21. (Handboek / Wageningen Livestock Research; No. 44). Wageningen Livestock Research. https://doi.org/10.18174/529557 geraadpleegd 29-5-2023
