Ontginners

Om ontginners te lokken stelde graaf Willem IV een overeenkomst op: de bewoners van het oude Eemnes mochten na de dood van bisschop Jan van Diest in 1340 naar hun nieuwe Oosthollandse grondgebied verhuizen. Zijn opvolger in 1342, de veel daadkrachtiger bisschop Jan van Arkel, accepteerde deze situatie niet en liet in 1346 alle huizen platbranden. In 1351 kwam men tot een vergelijk, waarbij de bisschop de exacte westgrens van Het Sticht bepaalde door bij de Zuiderzee, vanaf de al eerder door de graaf geplaatste Leeuwenpaal (leeuw = Hollandse wapen), een denkbeeldige lijn op de Utrechtse Dom te trekken. Langs deze rooilijn werd tot aan de Jan Swartenweg de Gooyergracht gegraven. Ten zuiden van deze weg bleef de grens in het Baarnse veen nog lang onduidelijk en dus twistgebied. In 1535 wisten de Hollanders het gebied van De Vuursche te claimen. Zes jaar later, in 1541, werd een nieuwe grens in twee lijnen uitgezet tussen Gooiland en Oostveen. Langs de zuidelijke lijn werd de Hollandse Sloot gegraven, langs de noordelijke lijn, de huidige Doctor Albert Schweizerweg-Oud Emmnesserweg, werd omstreeks 1620 de Roeterswal opgeworpen. Beide lijnen werden uiteindelijk in 1719, toen de venen geheel waren uitgeput, definitief de grens tussen Holland en Utrecht. De Vuursche kwam dus weer terug aan Utrecht. Als markeringen zijn toen 22 hardstenen grenspalen geplaatst (zie p. 18).

https://geo.provincie-utrecht.nl/publiek/documenten/monumenten/TT/site/Eemland.pdf

Blijdensteijn, R, 2015, Tastbare Tijd 2.0, Cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht , Stokerkade cultuurhistorische uitgeverij
Amsterdam