Eemland waterbeheer

De vorming en de verdere ontwikkeling van de Zuiderzee in combinatie met de bodemdaling in de regio, maakte de aanleg van dijken noodzakelijk. Het gevaar van overstroming was groot als er door noordwesterstormen water in de Zuiderzee werd opgestuwd. Dijken braken regelmatig door, waarvan vele wielen of waaien nog getuigen. De dijken langs de Eem dateren van omstreeks 1300, de Veen- en Veldendijk uit 1409, de Arkemheense zeedijk van 1356. In de loop van de 15de eeuw was de hele regio door middel van dijken beschermd.

Voor het afvoeren van het water uit het gebied werd in eerste instantie volstaan met het graven van sloten, die haaks op de ontginningsbasis stonden, vaak de Eem. Afwateren gebeurde aanvankelijk op natuurlijke wijze. Het duurde niet lang voordat er problemen optraden met de afwatering. Dwarsweteringen in de 16de eeuw brachten weinig soelaas. In de loop van de 17de eeuw deden de eerste poldermolens hun intrede in het gebied. Deze werden in de 19de eeuw vervangen door stoomgemalen, die op hun beurt plaatsmaakten voor diesel- en later door elektrische gemalen. Het stoomgemaal Hertog Reynout bemaalde de polder Arkemheen vanaf 1883. Het gemaal is nog geheel intact. De molen werd als machinistenwoning ingericht.

De Eem zelf is nooit afgedamd en trad regelmatig buiten haar oevers, meestal door opstuwing vanuit de Zuiderzee. Vanuit het achterland werd het neerslagwater afgevoerd via beken naar de Eem. Het onderhoud aan de watergangen en de Eem liet soms te wensen over, waardoor verzanding en verstopping van de bedding optrad. Pas in de 16de eeuw is de Eem enkele malen uitgediept en verbreed. De scheepvaart profiteerde daar ook van. Terzelfdertijd begon men rond Veenendaal veen af te graven, waardoor het maaiveld daalde. Hierdoor kwam het gebied rond Veenendaal lager te liggen dan de Rijn en ontstonden afwateringsproblemen.

Uiteindelijk werd in de 18de eeuw besloten de afwatering van dit deel van de provincie naar het noorden, richting Eemland, te verleggen. Het water werd door middel van gegraven watergangen naar de Eem en de Zuiderzee geleid, zodat de Eemlandse polders er geen last van hadden. Tussen Baarn en de ontginningen van Eemnes werd de Drakenburgergracht gegraven, tussen het Gooi en Eemnes diende de Gooijergracht voor de afvoer van het water van de zandgronden.

https://kennis.cultureelerfgoed.nl/index.php/Panorama_Landschap_-_Arkemheen_en_Eemland

https://www.arcgis.com/apps/mapviewer/index.html Dijkenkaart_van_Nederland