Waterwoorden

Waterwoorden

cadier - bad, cadier, keer, therme - plaats met warm thermisch water
calamiteitenberging - calamiteitenberging, piekberging - lege ruimte die snel (onder vrij verval) en incidenteel kan worden benut om grote hoeveelheden water tijdelijk op te slaan
cascade - cascade, val, waterval - water dat trapsgewijs van een hoogte naar beneden stort
cisterne - cisterne, waterkelder - ondergrondse opslag van regenwater
compagnievaart - compagnievaart, turfkanaal, turfvaart, wijk - gegraven kanaal in een turfwinningsgebied, ter ontwatering van het veen en als transportweg voor de afvoer van de turf
conduit - conduit, fontein, giesser, girande, quicborne - natuurlijke of kunstmatige installatie die water spuit, afhankelijk van de druk door de toevoer van de vloeistof
confluentie - confluentie, samenloop, samenstroming, samenvloeiing - plaats waar twee rivieren bij elkaar komen en gezamenlijk hun loop voortzetten
crevasse - crevasse, doorbraakgeul, overloopgeul - doorbraak bij hoogwater door de oeverwal van een rivier