Waterwoorden

Waterwoorden

e - aa, aar, ae, die, e, ee, ie, ij - oude benaming voor een natuurlijke waterloop
ebgeul - ebgeul, ebschaar - geul die er voor zorgt dat bij eb het water weer terug uit het binnenland stroomt
ebschaar - ebgeul, ebschaar - geul die er voor zorgt dat bij eb het water weer terug uit het binnenland stroomt
ee - aa, aa, aar, ae, die, e, ee, ie, ij - oude benaming voor een natuurlijke waterloop
eem - eem, eme - natuurlijke waterloop, stroom, rivier
eendenkom - afgesloten water waarin tamme eenden worden gehouden
eendenput - eendenput, eendenschietput - poel of plas die dient als plek voor de eendenjacht
eendenschietput - eendenput, eendenschietput - poel of plas die dient als plek voor de eendenjacht
els - els, drecht, geul, kil, kreek - inham van de zee met eb- en vloedstroom
eme - eem, eme - natuurlijke waterloop, stroom, rivier
eng - eng, enge, engte - plaatselijke versmalling van het vaarwater of een doorgang naar groot vaarwater, een meer o.i.d.
enge - eng, enge, engte - plaatselijke versmalling van het vaarwater of een doorgang naar groot vaarwater, een meer o.i.d.
engte - eng, enge, engte - plaatselijke versmalling van het vaarwater of een doorgang naar groot vaarwater, een meer o.i.d.
eroev - een gracht of stelsel van watergangen rond een gebied waarbinnen joden tijdens de sjabbat goederen mogen vervoeren
estuarium - delta, estuarium, rivierdelta, riviermond - trechtervormige monding van een rivier ontstaan door afzetting van sediment
etang - etang, haf, kustmeer, lagoen, lagune, strandmeer, zoutmeer - door een schoorwal geheel of gedeeltelijk afgesloten deel van de zee