Blijven denken waar je mee bezig bent 

‘Ik ben hier, in Hurwenen, drie jaar geleden komen wonen. Twee weken later hoorde ik dat het kerkje zou worden verkocht. Op het dorpshuis na de enige openbare ruimte! Ik woonde er tegenover, zag het van binnen, en toen wist ik: dit mag niet verloren gaan.

Het kerkje was acht jaar zo goed als dicht en de kerkrentmeesters wilden af van de vaste lasten. Wat of wie er ook in zou komen, de van oorsprong vijftiende eeuwse kerk zou verloren zijn voor het dorp. Ik begon bij de buren, belde huis-aan-huis aan, en vroeg: “vindt u ook dat het kerkje open moet blijven?” Daar ga je toch voor! Iedereen was het met mij eens, maar niemand deed wat. “Het zal zo’n vaart niet lopen”, of “zoveel geld hebben we niet”. Ik had berekend dat het kerkje bij creatief gebruik zichzelf kon bekostigen. Uiteindelijk hebben dorpsbewoners een stichting in het leven geroepen die het gebouw exploiteert: ’t Hurns kerkje. We organiseren activiteiten die passen in het beeldbepalend monument vlakbij de Waal.’

Blijven denken waar je mee bezig bent, luidt het motto van Marjoleine. Als in haar marketing-carrière de grens van het toelaatbare werd overschreden, stapte ze op. Als het moest dezelfde dag. Waar heeft ze die houding opgedaan? ‘Dat komt misschien uit mijn jeugd’, zegt Marjoleine, ‘ik heb geleerd om niets te moeten. Ik ben opgegroeid in Ridderkerk, een dorp waar vrijwel iedereen orthodox protestants was, op een paar katholieken na. Zowel mijn vader als moeder waren rooms, maar mijn vader was ook vrij, liberaal. In de kerk zat ik graag naast hem. Ik vraag mij af of ik wel veel geluisterd heb, maar het zingen vond ik mooi, ook het Gregoriaans. De Bijbelverhalen vond ik prachtig. We hadden een Kinderbijbel, ik denk dat hij daar uit voorlas, ik herinner mij nog de verhalen die indruk op mij maakten. Dat bij de bruiloft in Kana de wijn niet opraakte, dat het maar doorging. De eerste communie vond ik geweldig, je was het bruidje van God. Toen ik twaalf was deed ik het vormsel. Ik ben gevormd door bisschop Bär, hij tekende een kruisje op mijn voorhoofd. Ik vond hem heel aardig, hij práátte met je. Ik voelde mij vrij, er was geen sprake van dingen wel of niet moeten.’

‘Ik ging drie keer in de week ’s ochtends om zeven uur, voor schooltijd, naar de mis. Dat deed ik uit mijzelf, niemand zei dat het moest. Wat mij trok? Het alleen naar de kerk lopen, het als enig kind tussen de volwassenen zitten. Ik vond het mooi, het was stil. Ik denk dat ik van de mystieke sfeer hield, ik was er gevoelig voor. De Maria meimaand vond ik fascinerend, zo’n sterke vrouw. Dat komt ook, mijn tweede naam is Bernadette, de vrouw aan wie Maria in Lourdes is verschenen. Op de middelbare school ben ik veel over mystici gaan lezen.’

‘Maar ik ging niet meer naar de kerk. In Ridderkerk was maar één VWO en die was protestants. Iedere dag werd er een Bijbeltekst gelezen, die hoorde ik voor het eerst van mijn leven. Ik verstond het niet. Andries Knevel was er docent en die had de waarheid in pacht. Hij was niet in staat te praten over jouw geloof, hij wilde niet met mij in discussie over mijn katholiek zijn.

Hoe gelovig was ik in die tijd? Niet dus, denk ik. Ik vertelde een keer trots aan mijn vader dat ik met Pasen naar een hockeytoernooi in Frankrijk zou gaan! Hij keek mij streng aan en zei: “Pasen is anders wél het belangrijkste kerkelijke feest”. Dat wist ik niet. Had ik ooit wel opgelet?’

‘Mijn geloof in het bestaan van Onze Lieve Heer is afgezwakt tot “er is iets”. Het is uitgemond in respect voor het leven en respect voor mensen. Ik vertel de kinderen wel Bijbelverhalen, bijvoorbeeld als we in Spanje (daar hebben we gewoond) of in Italië kerken en musea bezoeken. Ik leer hen ook: als je ergens van overtuigd bent, dan ga je ervoor. Dus als je vindt dat de kerk in Hurwenen open moet blijven, dan zet je je daarvoor in.’

t Hurns kerkje

Vanaf oktober 2011 beheert Stichting Hurns kerkje het bijzondere kerkgebouw van Hurwenen. In goed overleg met PKN Rossum Hurwenen mogen de dorpsbewoners het kerkje gebruiken als multi-cultureel centrum. Marjoleine Jansen is verantwoordelijk voor de exploitatie.

Marjoleine ervaart er een bijzondere sfeer. ‘Kennelijk zit er iets in ’t kerkje. Het trekt mensen die bij het gebouw horen: mindfulness, stiltedag, klank- en stiltemeditatie. Er zijn vier groepjes die activiteiten organiseren op het gebied van kunst, cultuur, natuur, religie, spiritualiteit en gezinsactiviteiten. Zoals met kerst, met een kerstboom vol lichtjes, en eind september een pompoenenweekend. Het kind dat de grootste pompoen heeft geteeld, krijgt een prijs.

Het kerkje faciliteert, je ziet als je binnenkomt dat het mooi is. Het is heel hoog, het zou koud kunnen zijn, maar je kunt er met z’n tienen zijn en het voelt goed. Akoestisch is het ook heel goed, muziek klinkt er prachtig. Het regelt zich vanzelf, ook als het verhuurd is voor bijvoorbeeld een verjaardagsfeest. Ik vertel waar de sleutel ligt, mensen gaan op tijd weg, iedereen ruimt op. Het kerkje verbindt. Zelf kan ik mij verbazen over de mystieke beleving van mensen. Ik wroet liever in de aarde, dat is mijn manier van mediteren. Of ik organiseer een muziekavond in wat ik “mijn kerkje” noem. Ik heb een kerkje!’

www.hurnskerkje.nl