Samen onderweg

“Nou ben je zo gelovig,”, vraagt een bekende, “hoe kan je dan zo zijn?” Nelleke Wisse legt uit dat er niets tegenstrijdigs is aan getrouwd zijn met een vrouw en actief zijn in een kerk. Dat laatste doet ze al sinds haar jeugd; het eerste, een relatie met een vrouw, is haar overkomen. Net zoals het andere vrouwen overkomt die verliefd worden op een man. Wat ook Nelleke overkwam, toen ze als onderwijzeres in Twente woonde en werkte.

‘Die relatie hield geen stand’, vertelt ze. ‘Ik had bewust gekozen voor een baan bij het Protestants Christelijk Onderwijs, ik wilde graag geloofsverhalen doorgeven aan kinderen. Ik haalde mijn kracht uit religie; hij stond anders in het leven. Dat is één van de punten waarom we uit elkaar zijn gegaan.’

Nelleke is van huis uit Nederlands hervormd. Soms ging ze naar een gereformeerde school, net waar haar ouders woonden en welke school dichterbij was. ‘Mijn ouders verhuisden voortdurend. Van Hellevoetsluis naar Rijnsburg naar Maasland (daar deed ik de kleuterleidstersopleiding en haalde ik de aktes voor het basisonderwijs), naar Oostvoorne (in Rotterdam leerde ik over zwakzinnigenzorg voor kinderen) en weer terug naar Hellevoetsluis (van daaruit, in Spijkenisse, kreeg ik een tijdelijke baan in het onderwijs). Op mijn 22e stond ik in Twente voor het eerst full time voor de klas.’

‘De rode draad in mijn leven is religie. Van jongs af ging ik samen met mijn zusje naar de zondagsschool, naar “kelder”activiteiten van de Gereformeerde Kerk, op woensdagmiddag naar de Pinkstergemeente, naar de Hervormde avonddienst, naar bijeenkomsten van Youth for Christ – net wat er in de buurt was. Ik had altijd geloofsvragen. Bijbelverhalen vond ik boeiend; als kind was ik daar heel gevoelig voor. Ik was er vaak mee bezig, was een heel serieus meisje. Maar ik ben ook praktisch, ik zet mij overal voor in. Wat dat betreft lijk ik op mijn moeder, die was in alle kerken actief. Dat is ze trouwen nog steeds.

Tijdens de vakantie van de Twentse basisschool schreef Nelleke, die graag musiceert, zich in bij een muzikale zomerweek. Daar ontmoette ze Annet, die vanuit haar passie voor zang dezelfde werkweek had gekozen. Op de parkeerplaats vielen ze elkaar al op. Het klikte. Toen Nelleke een paar dagen later haar moeder belde zei die: Wat heb jij? Je bent wel érg enthousiast. Je lijkt wel verliefd! ‘Daar heb ik later thuis, met mijn ouders, open over gepraat. Mijn vader zei al snel: ik heb er een derde dochter bij. Mijn moeder vond het belangrijk dat we gelukkig zouden zijn.’

Twente was inmiddels een moeilijke omgeving voor Nelleke. ‘Het is een andere cultuur, ik kon er niet aarden. Men laat daar niet het achterste van de tong zien; zelf was ik gewend om open te praten over bijvoorbeeld geloofs- en levensvragen. Dat werd niet altijd op prijs gesteld. De Hervormde Kerk en de school waren wat je noemt: “zwaar”. Dat botste regelmatig. Wat mij erg raakte: de vader van een vierjarig jongetje in mijn klas pleegde zelfmoord. Zoiets heeft een enorme impact op een kind. Ik wilde meteen contact opnemen met zijn moeder, die er van de ene op de andere dag met haar twee kinderen alleen voorstond. Dat contact wilde de hoofdonderwijzer niet: een dergelijke gebeurtenis moest eerst een plaats krijgen binnen de familie en de sociale omgeving, vond hij. Ik heb haar toch opgezocht. Ze was mij dankbaar.’

‘Ik besloot om er weg te gaan. Ook om dichter in de buurt van Annet, in het Rivierengebied, te kunnen wonen. Ik heb een naar afscheid gehad. Annet was er niet bij; ze had het gevoel dat ze niet welkom was. Niemand heeft bij het opruimen iets gevraagd. Ik kreeg achteraf geen kaartje, niets. Waar ik daarna ook werkte, in Tiel bij het speciaal onderwijs of in Zaltbommel op de christelijke basisschool, of zoals nu bij de buitenschoolse opvang, was het geen issue. Ik solliciteerde, men wist hoe ik leefde, maar het kwam niet ter sprake. Het was geen punt.’

Bij eerdere sollicitaties zet Nelleke vraagtekens. ‘De meeste kritiek is zwijgend. Niet worden aangenomen als je solliciteert bij een christelijke school, altijd tweede zijn. Een reden wordt niet gegeven, maar je voelt het.’ Fel: ‘Ik wil niet in een hokje. Ik ben niet op Annet gevallen omdat ze vrouw is. Ik houd van haar als mens. Woorden als “homo” of “lesbisch” gebruik ik nooit.’

——————————————————————————————————————————————————————————————-

Brabants Dagblad, 16 oktober 1998
‘Nederlands Hervormde Gemeente over drempel. Homo-huwelijk in kerk Zaltbommel.’

——————————————————————————————————————————————————————————————-

Vanaf januari 1998 staat het burgerlijk huwelijk open voor mensen van hetzelfde geslacht. Nelleke en Annet kozen daarvoor. ‘We hebben onze trouwdag bijna een jaar voorbereid’, vertelt Nelleke. ‘Niet om het feest te organiseren, maar om onze trouwwens grondig door te spreken met elkaar en met de familie. Ik wilde ons trouwverbond kerkelijk laten inzegenen. Annet is van huis uit rooms-katholiek, zij staat anders in het geloof dan ik, maar wij zijn samen oecumenisch onderweg. We benaderden de priester en de Hervormde predikante. Ze reageerden positief; we hebben de viering zorgvuldig voorbereid. Ik heb de liturgie bewaard: op de omslag zie je een afbeelding van mensen die elkaar vasthouden in een kring met in het midden een open hart. “Leven is aangeraakt worden”, staat erbij, en: “Liefde is /geboeid volgen /elkaars groeiproces”. Ik vind het nog steeds mooi.’

De trouwbevestiging kwam in de publiciteit. Het regionale dagblad wijdde er een drie-koloms artikel aan.
——————————————————————————————————————————————————————————————-
(…)“We hebben een nieuwe drempel overschreden”, zegt dominee Van Bergen. “Het is niet iets dat je zomaar doet. Samen met de kerkenraad heb ik er lang over gesproken.” Ze beseft dat sommigen nog voor de drempel staan. “Ook met hen houd ik rekening en zal ik mijn pastorale taak vervullen.” (…)
——————————————————————————————————————————————————————————————-

Ze voegt er nog wel aan toe dat de verbintenis binnen de kerk nog niet het predicaat huwelijk mag dragen. “Het heet een trouwverbond of trouwbevestiging.” Je kunt daar volgens haar lang over praten, de intentie is hetzelfde. Je geeft een kerkelijke zegening over een liefdesrelatie “en voor mij is het niet anders dan een huwelijk”. (…) Het heeft volgens haar ook meegespeeld dat ze beide vrouwen kent. “De een is actief in de diaconie van de kerk en de andere is een trouwe kerkbezoekster”. (…) Van Bergen is blij dat het paar zelf niet de openbaarheid opzoekt. “Bescheidenheid past, met name omdat er nog best gemeenteleden zijn die er moeite mee hebben.”

Annet en Nelleke wonen in het dorp Rossum, in een oud huis aan de dijk, niet ver van de PKN kerk. Nelleke gaat er graag heen. ‘In de kerk doe ik inspiratie op, ik krijg er voeding. Ik houd van het luisteren naar teksten. Maar ik wil die ook delen.’ Nu ze ouderling is, komt ze ruim aan haar trekken. ‘Ik ben een mensenmens – in zorg en opvoeding. Het waardevolle van het ouderling zijn vind ik het persoonlijke contact, het delen van lief en leed. Ik kom bij mensen die iets te vieren hebben, maar ook bij ouderen die het leven niet meer zo goed aankunnen. Voor hen ben ik graag een lichtpuntje. Ook letterlijk: ik neem een kaarsje mee in een mooie verpakking waar ik een persoonlijke tekst op schrijf. Bijvoorbeeld: Herinner je gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag. Het gaat om nu, om een waardevol moment. Zo leef ik ook.’

——————————————————————————————————————————————————————————————-

Nelleke’s levenslied
Gabriëlle’s Song uit de Zweedse film ‘As It Is In Heaven’. De volledige liedtekst is te zien en te horen op YouTube.

Ik wil voelen dat ik leef
al mijn dagen lang
wetend dat ik goed genoeg was

Ik wil voelen
dat ik mijn leven
heb geleefd

——————————————————————————————————————————————————————————————-