Het is de HEERE die je hier heeft geplaatst

‘”Passen we hier wel”, vroegen we ons af toen we in Gameren kwamen wonen en ons aansloten bij de Hervormde (nu: Hersteld Hervormde) Kerk. Het leek wel of we vijftig jaar terug gingen in de tijd; het voelde als vroeger. Veel mensen droegen donkere kleding; meisjes en vrouwen een rok en het haar lang. Naar de kerk droegen ze een hoed, net zoals de kerkenraadsleden. Mijn man had heimwee naar Zoetermeer en worstelde met de vraag: “Waarom zijn we hier?” Ik kon alleen maar antwoorden: Hij laat niet varen het werk dat Zijn hand begon.
In de kerk werden de psalmen op hele noten gezongen, langzaam en gedragen, soms met een enkele “bovenstem”. Van de prediking ging veel ernst uit. De uitleg van de drie stukken van de Catechismus, ellende, verlossing en dankbaarheid, gebeurde met zo’n nadruk – zo had ik het nog nooit ervaren. De predikant sprak vanuit de liefde van de Heere, tot zaligheid voor arme zondaren. Soms dacht ik: heeft God ons daarom hier geplaatst, zodat we zouden zien en horen? Ik ben inmiddels het zingen op hele noten gaan waarderen. Het klinkt als een gebed.’

‘Het opvallendste verschil met hoe we vroeger leefden, is het geloof. Er is met mijn leven iets gebeurd. De ernst van het Woord krijgt zijn beslag. Ik ben ernstiger geworden, behoudender. Het is toch de Heere die je hier heeft geplaatst.’ Joke geeft als voorbeeld het dansen waar ze vroeger zo van hield, ook het ronddansen met de kinderen toen die nog klein waren. Dat heeft ze achter zich gelaten. ‘Nu ik onderwijs krijg over Gods woord weet ik: het is niet Bijbels. Je hebt ook te maken met de duivel, die mensen van het geloof wil houden.’

Joke van der Ende komt uit Bergschenhoek, een uur fietsen van Rotterdam, waar ze op school ging. ‘Ik was thuis het enige meisje, met vier broers. Ik zorgde dat ze schoon aan tafel zaten; je hielp je moeder, zo ging dat vroeger. We waren lid van de Nederlands Hervormde Kerk op gereformeerde grondslag. Ik vond als kind de kerkdiensten wel erg lang duren, de klok króóp vooruit. Later was ik er blij mee als je ’s zondags naar kerk en zondagsschool ging. Was je een paar uurtjes vrij. Nu kunnen de twee zondagse kerkdiensten mij niet lang genoeg duren. Er is zoveel dat je nog moet leren. Doordat je als kind vertrouwd bent geraakt met de woorden uit de Bijbel, kun je het geestelijk onderwijs beter volgen.’

Joke, die werkte als gezinsverzorgster, ontmoette een iets oudere boer die haar ten huwelijk vroeg. Ze legde haar vragen hierover in een gebed voor aan God. ‘Ik mocht in die tijd ervaren: “Hij is een Hoorder der gebeden. Hij verhoort je op Zijn tijd. Niet mijn wil, maar Zijn wil geschiede”. Hierna kon Joke volmondig “ja” zeggen. ‘Na ons trouwen verhuisde ik naar de boerderij van mijn man en zijn ouders. Die stond in Pijnacker, maar we zeggen altijd Zoetermeer, daar kerkten we. In de kerk waar ik vandaan kwam droegen we ‘s zondags geen hoed meer. In Zoetermeer leerde ik dat vrouwen met gedekte hoofden in de kerk zaten en kon ik weer een hoed aanschaffen. En nu, in Gameren, heb ik zelfs mijn haar in een knot! Dat vind ik vooral praktisch.’

‘We hebben een zoon en twee dochters. De jongste, een nakomertje, was zes toen we noodgedwongen de boerderij verkochten. Er werden woningen gebouwd op ons land; we konden er niet verdergaan met boeren. In Gameren vonden we de boerderij die we zochten, moderner ingericht, minder arbeidsintensief. Een grote verbetering: in Pijnacker moesten we voor het melken vier keer per dag met de koeien over een drukke weg, van het land naar de stal en weer terug.
Mijn schoonmoeder was inmiddels overleden. Mijn schoonvader, die niet alleen kon blijven wonen, verhuisde mee. Hij heeft acht jaar bij ons ingewoond. Je doet het, het wordt op je weg geplaatst. De laatste jaren, toen hij slechter werd, woonde hij in het verzorgingshuis hier vlakbij. Ik ging er vaak heen en ik merkte dat hij zich daar op zijn plek voelde. Hij is 96 jaar geworden.’

‘Onze twee oudsten vonden na de verhuizing, met hun bagage uit een vrijere kerk, zelf hun weg. Maar de jongste ging naar de lagere school. Die heeft hier alles vanaf de eerste klas meegekregen. Het gebeurt uit liefde: je kind zo opvoeden dat er een eeuwigheid is, dat ze voor de Heere waardig gemaakt wordt dat ze de eeuwigheid in mag. Het heeft haar gevormd. Zij trouwde met een gelovige uit het dorp die verwantschap voelt met de “Oudvaders”. Samen kregen ze zes kinderen. Als ons hele gezin hier is, zit het huis vol. Ik kan uit de grond van mijn hart zeggen: ik ben gelukkig met mijn man, mijn kinderen, en met mijn veertien kleinkinderen.’

Gebedsleven
Joke van der Ende, Gameren: ‘Veel kerkgangers in het dorp hebben geen televisie. Daar heb ik respect voor. Ik ben wel, net zoals vroeger thuis, tv blijven kijken. Nieuws en actualiteiten; programma’s die wij verantwoord vinden. Maar soms zit het toch het gebedsleven in de weg. Heb ik in volle aandacht voor de tv gezeten en kniel ik voor mijn bed om te bidden, dan voel ik dat het niet goed zit. Waar ging mijn hart naar uit? Dat is de levenslange strijd die je hebt. Pas als je in bed ligt, komt soms het echte bidden, een gesprek met de Heere. Om vergeving af te smeken over al onze zonden, of dat je blij bent dat je deze dag bewaard bent gebleven voor het verkeerde.
Mijn gebedsleven is intenser geworden. Voor de jeugdvereniging en later voor de vrouwenvereniging werd ik ervoor geplaatst voor te gaan in gebed. Ik had nooit geleerd hardop mijn hart open te stellen voor de Heere. Als je dat in het openbaar moet doen… Ik bad van te voren: “Wilt U mij woorden geven”. Ik bad dat ik goed beslagen ten ijs zou komen! Ik besefte toen nog niet dat ik had moeten bidden: “Hoe komt U tot Uw recht”. Dan kom je er achter dat je nog heel veel moet leren.’