Getuige van het geloof

Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen. (Colossenzen 3:23)
Op de eettafel van de familie Koerts ligt, naast de Bijbel, een schrift. ‘Daarin staat voor wie we ’s avonds na het Bijbellezen willen bidden. We beloven dat vaak aan mensen die we mogen ontmoeten. Maar als we dat niet opschrijven, is de kans groot dat we het vergeten.’

Het gebed staat centraal in het leven van Jan Koerts. ‘Voordat Erna en ik ’s morgens aan de slag gaan, bidden we meestal samen. We bidden om een gezegende ochtend, waarin het verlossingswerk centraal staat. Er komen in mijn spreekkamer vaak mensen met een hulpvraag. Bijvoorbeeld mensen uit de West-Bommelerwaard die Bijbellezen en daar geen vreugde in vinden. Ze blijven zich zondig voelen. “Als je je zonde belijdt, mag je frank en vrij tegenover God staan”, vertel ik hen. “Als Jezus terugkomt, zal Hij niet vragen naar je zonden. Hij vraagt: Wat heb je met Mij gedaan? Geloof je in mijn verlossend werk? En: heb je de weg vervolgd die ik ben gegaan?” Dergelijke gesprekken beginnen of eindigen vaak met een gebed. We vragen om rust. Of ik vraag mensen op een briefje te schrijven wat ze willen bidden. Dat briefje plakken we op een houten kruis, om de tekst na het gebed te verscheuren. Zodat je met een schone lei kunt beginnen.’
Sinds 2004 is Jan, na een studie op de Bijbelschool en een pastorale opleiding, Ambulant psycho-pastoraal hulpverlener op christelijke grondslag. Het grootste deel van zijn leven was hij werkzaam bij de Sociale Dienst, aanvankelijk in de provincie waar hij vandaan komt, Drenthe, later in de Bommelerwaard.

Iets betekenen voor anderen loopt als een rode draad door zijn leven. ‘Mijn vader was agrariër, zat in de kerkenraad van de Hervormde Kerk en in het schoolbestuur. Hij gaf mij de liefde van Gods Woord door, maar ook dat we dat Woord moeten omzetten in daden voor de samenleving. Mijn opa was schapenherder, de hele dag op pad met de kudde op de Drentse heide. Ik heb hem jammer genoeg niet gekend. Mijn moeder was een gelovige vrouw. Op haar sterfbed heb ik haar Psalm 23 voorgelezen: “Ik wil van God als van mijn Herder spreken”. Eenmaal thuis hoorde ik van de verpleging dat ze zingend is overleden: de Heer is mijn Herder/‘k Heb al wat mij lust/Hij zal mij geleiden/naar grazige weiden. Totdat haar adem stokte.’

‘Ik ben van huis uit Hervormd. Erna en ik waren na ons huwelijk lid van de Nederlandse Hervormde en later van de Gereformeerde kerk. In 1989 besloten we te kiezen voor de Evangelische Gemeente. Bij deze gemeente spreekt ons het uitdiepen van de Bijbel aan, en de vrijmoedigheid van het spreken over Hem: het getuigen over wat het geloof voor je betekent, van binnenuit.’
Evangelisatie – mensen in contact brengen met Christus’ verlossingswerk – beperkt zich niet altijd tot Nederland. Een aantal gemeentes voelt zich verbonden met zending “overzee”. Een onderwerp dat Jan Koerts ter harte gaat.
‘Mensen uit andere culturen hebben mij altijd geboeid. In mijn jeugd had ik veel Molukse schoolvrienden; ze waren toen nog gehuisvest in het voormalige kamp Westerbork, in noodbarakken, heel pijnlijk. Later zijn Erna en ik in een Molukse wijk gaan wonen. Het was in de tijd van de kaping in Wijster, een heel heftige tijd. Een van de gijzelnemers was een oud-vriend. Ik begreep de achtergrond, maar wist dat dit niet de weg is om je idealen te bereiken. Via mijn werk kende ik inmiddels ook andere migranten: Indonesiërs en Surinamers. In Zaltbommel werkte ik met vluchtelingen die hier asiel zochten en met ontspoorde Marokkaanse jongens.’

‘Op de Christelijke Hogeschool Ede had ik een docent culturele antropologie die onderzoek had gedaan in Papoea Nieuw-Guinea en ook later in mijn leven kwam ik de problematiek van de Papoea’s tegen. Dat boeide mij enorm. Het gaat niet alleen om fascinatie; het leed in de wereld raakt me – Syrië, Soedan, de Centraal-Afrikaanse republiek, ik kan er wakker van liggen. Toen ik met pensioen ging, dacht ik: daar moet ik iets mee doen. Wát kan ik nu nog niet zeggen. God zal mij dat, als ik mij op Hem blijf richten, duidelijk maken.’

Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God. (Micha 6:8)
De twee  Bijbelteksten zijn leidraad in het leven van Jan Koerts.

Inloophuis

Jan, maar nog meer zijn vrouw Erna, is betrokken bij de Stichting Revive. De stichting wil, zoals de doelstelling zegt, de liefde van God door middel van woord en daad uitstralen. Als je het inloophuis “De Gasthof” in een Bruchemse boerderij binnenkomt, is de christelijke levensovertuiging niet het eerste dat opvalt. ‘Dat klopt’, zegt Erna, ‘we zijn er niet alleen voor christenen. We zetten de deur open voor iedereen die behoefte heeft aan een kop koffie, een praatje, iets lezen of internetten. Je moet eens weten hoeveel eenzaamheid er is, ook in de dorpen. Voor die mensen willen we iets betekenen. Je ziet hen opknappen van aandacht, van samen iets doen. Een van de mannen doet zelfs mee met de breigroep, maar hij repareert net zo goed een keukenkastje en is tegenwoordig, als voormalig elektricien, vrijwilliger bij het Repair Café Bommelerwaard.’
Soms heeft een bezoeker meer nodig dan wat het Gasthuis kan bieden. In die gevallen weet Jan Koerts, die lid is van de klankbordgroep, de weg naar professionele hulpverlening.

www.stichtingrevive.nl