Verrassing
En daar stonden we dan: in het Reformatorisch Dagblad. Tussen wereldnieuws en lezersbrieven, een volle pagina over de Hoogwaterwinkel, het NulNAP-project, en het wonderlijke idee van wandelen langs een denkbeeldige kustlijn.
In de krant staan is als het openen van een luikje: plots stroomt er licht naar binnen, en niet alleen op mijn werk, maar op het hele landschap dat ik bevraag. Vijftigduizend ogen. Vijftigduizend potentiële mededenkers, meevoelers, mee-wandelaars. Dit is geen echo in een lege kamer — dit is resonantie.

De verslaggeving voelt als erkenning van iets dat tot nu toe aan de randen van het publieke bewustzijn trilde: dat kunst, verbeelding en een collectebus vol zeegeur een serieuze bijdrage leveren aan het klimaatgesprek. Dat praten over overstromingen óók kan via postkaarten, laarzen met peilstreepjes en humor.
Het artikel brengt schoonheid en urgentie samen. Het legt bloot hoe het verleden (watersnood, Deltawerken) zich hecht aan het nu – aan onze voeten op het NulNAP-pad. En hoe de toekomst niet iets is wat je overkomt, maar iets dat je mede vormgeeft – wandelend, sprekend, kijkend, delend.
Ik ben dankbaar dat de krant dit gesprek opent, juist voor een publiek dat niet vanzelfsprekend in klimaatactivistische bubbels zit. Dat is de kracht van de Hoogwaterwinkel: geen schreeuw, maar een uitnodiging. Geen oordeel, maar verbeelding.