Bij alles wat je doet, ben je een onnutte dienstknecht

 

Het is een klein dorp, Poederoijen. Het mooie dorp aan de Afgedamde Maas telt nog geen duizend inwoners, op de nieuwkomers na voornamelijk nakomelingen van de drie families Kolbach, Van Veen en Bok. De meerderheid bezoekt op zondag één van de vier reformatorische kerken: De Nederlandse Hervormde Kerk en de daarvan in 2004 afgescheiden Hersteld Hervormde Kerk, die op zich al 241 leden telt. De Gereformeerde Gemeente heeft meer dan 300 leden. De Christelijke Gereformeerde Kerk is een kleintje: het zondagse bezoekersaantal schommelt rond de 80. Ankie van Veen-Bok is één van hen.

‘Ik zal het maar meteen zeggen: we zijn “zwaar”. Ook in de regionale classis springen we er wat dat betreft uit. Je kunt het zien aan ons uiterlijk. We hebben een sobere, eenvoudige levensstijl; de kerkenraad kleedt zich in het zwart. Je hoort het aan ons taalgebruik en onze zang: we lezen uit de Oude Statenvertaling, we zingen Psalmen die in 1773 zijn berijmd en we zingen op hele noten. Maar je kunt het vooral horen aan de preken: er wordt gepreekt over de wet en het evangelie, over zonde en genade.’

Ankie kent de Christelijke Gereformeerde kerk van huis uit. Haar opa was prominent lid. Ze heeft hem als kind meegemaakt: ‘Hij was ouderling en gaf zondagsschool aan de kinderen in het hele dorp. Kenmerkend voor hem was zijn nuchterheid en de liefde voor zijn dorpsgenoten. Sinds een paar jaar hebben we een “lerend ouderling” als voorganger en ik denk wel eens: we zitten weer op de lijn van opa. De voorganger, ouderling H. Bor, was evangelist in het Belgische Gent. Na zijn pensioen koos hij voor de kerk van Poederoijen en bleef daarnaast parttime gevangenispastor. Dat doet hij met hart en ziel. Hij heeft het over “mijn vrienden in de gevangenis”. Lerend ouderling Bor brengt de kerk meer tot leven.’

Zolang Ankie zich herinnert, had de kerk geen eigen predikant. Tijdens de ochtendkerkdienst van half tien was er “preeklezen”: een welbespraakte ouderling las een oude preek voor. Ze miste soms de activiteiten buiten de kerkdienst om. Er was wel een goed bezochte kinderclub, maar geen zondagsschool. De catechisatie voor jongeren was te versnipperd en er was weinig invloed van buitenaf. Voor de volwassenen waren er geen gespreksgroepen. Alles is nu in beweging. ‘Nu we een voorganger hebben, komen er nieuwe mensen in de kerk. De catechisanten zijn opener geworden, er wordt naar hen geluisterd. Voor volwassenen organiseert Bor avonden waar een tekst woord voor woord wordt uitgelegd, en er is een Bijbelstudie-gespreksgroep. Heel fijn dat we dat met elkaar hebben, er is openheid, je hoort wat er leeft bij een ander.’

Ankie van Veen heeft een mooie gave: ze is beelddenker. ‘Als ik de Bijbel lees of als er gepreekt wordt, zie ik alles voor me. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk. “De redding is bij het Kruis te vinden”, zeggen wij. Wat moet ik met het beeld dat ik er bij zie? Mijn hart moet erheen! Ik ben vier keer in Israël geweest; nu kan ik mij voorstellen wat er in de Bijbelverhalen wordt verteld. De laatste keer ging ik met mijn twee dochters. De oudste is heel creatief, maakt prachtige tekeningen, maar ze wil er niet aan zich daar verder in te scholen. “Ik wil iets zinnigs doen voor anderen”, zegt ze.’ Dat heeft ze niet van een vreemde: het is het motto van haar moeder, die van jongs af in de gezondheidszorg werkt. ‘Goed zijn voor een ander, dat heb ik van mijn ouders meegekregen. Maar het is niet de bedoeling dat je met de eer gaat strijken. “Bij alles wat je doet, ben je een onnutte dienstknecht” was het Bijbelwoord dat ik meekreeg.’*

*Lukas 17:10, Statenvertaling: Alzo ook gij, wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten; want wij hebben maar gedaan, hetgeen wij schuldig waren te doen.

Wedergeboorte

In de Christelijke Gereformeerde kerk in Poederoijen is deelname aan het Heilig Avondmaal, de herdenking van het lijden en sterven van Christus, voorbehouden aan hen die zich geborgen weten in Zijn lijden en sterven. Zij zijn voor eeuwig wedergeboren, “Hij nodigt arme zondaren aan Zijn tafel. Heeft u honger en dorst naar gerechtigheid? Dan bent u welkom”, schrijft Ouderling Bor in Ons Gemeenteblad. ”Wanneer u de Heere liefheeft, kunt u Hem toch niet verloochenen?”.

De kerkgangers maken het zichzelf niet gemakkelijk: wanneer ben je wedergeboren? ‘God is goed’, zegt Ankie van Veen. ‘Je hoeft niet bang voor God te zijn; Hij heeft goede bedoelingen met ons. Maar het hangt er van af of je een levende relatie met God hebt. Ik zou wensen dat dat ook voor mij geldt. Maar ergens zit er nog een deur, ik krijg dat luikje naar God niet open. Dat is precies mijn ongeloof. Ik hoef het niet zelf te doen! Ik moet mij overgeven aan God. Ik moet er niet aan denken dat ik nu zou sterven, dan zit het met mij niet goed. Terwijl ik weet dat God het beste met ons voorheeft. Wij hoeven alleen met lege handen bij Hem aan te komen. Als je dat werkelijk doet, dan opent God zelf die deur. Dat is wel troostend. Maar ook het moeilijkst. Dat werkelijk lege krijg ik eigenlijk niet voor elkaar.’