Ik voel mij verwant met Lakshmi, godin van geluk en licht
Haar moeder is een echte Brabantse, haar vader komt uit Calcutta, India, waar hij opgroeide in een rooms-katholiek gezin. Zelf groeide ze op in Zaltbommel – rooms-katholiek. ‘Maar’, zegt Debby Sutapa, ‘we zijn toch wel erg Indiaas opgevoed. Dertig keer per dag je handen wassen, grondig tanden poetsen, hygiëne, daar zijn we in gedrild. Eerbied voor je ouders, dat was extreem, ik heb mijn ouders nooit tegengesproken, dat werd niet getolereerd. Bescheiden zijn, geen jongens over de vloer, altijd beleefd zijn. Mijn vader was streng. En dan dat late eten! Als mijn vader thuiskwam ging hij koken. Heel lekker, koken is voor Indiërs een ding, met heel veel regeltjes, maar we aten pas tegen tienen. Als kind had ik daar moeite mee. Op zondag gingen we regelmatig naar de kerk, er was geen sprake van thuis blijven.
Op mijn negentiende kocht ik, tegen de wens van mijn vader, voor de kerstvakantie een ticket naar India om op mijn eentje op zoek te gaan naar mijn roots. Toen nam hij vier weken vrij, kocht ook een ticket, en ging mee! Op het vliegveld van Delhi bleek mijn koffer zoek, maar mijn vader had nog een zus in Delhi die hij wist op te sporen voor een paar dagen logies. In Calcutta logeerden we bij zijn ouders; in de stad heeft hij mij alles uit zijn jeugd laten zien. Die reis heeft onze band verstevigd. Nu is mijn vader mijn beste vriend. We zijn twee handen op één buik!’
Van jongs af aan is India haar land en Calcutta de stad waar ze zich thuis voelt. Meestal logeert ze bij haar oma. ‘Opa en oma zijn uitgehuwelijkt; hun ouders hadden dat geregeld. Ze hebben samen een goede manier gevonden hun huwelijk in stand te houden. Opa liet, toen de kinderen uit huis waren, een woning bouwen met twee etages: beneden woont oma, op de eerste verdieping woonde opa. Ik was het liefst bij opa, maar mijn oma vond dat niet gezellig. Ik was de oudste kleindochter en mijn opa was gek op mij. Hij heeft mij veel geleerd. Homeopathie, zijn manier van leven, zijn vertrouwen in alles wat de natuur je geeft. Opa wist overal van, hij was docent en homeopathisch arts. Hij schreef mij brieven, en ik schreef terug. Ik heb boven drie mappen met luchtpostbrieven van hem.’ Ze zoekt er een op, laat zijn precieze handschrift zien. ‘Ik heb ze na zijn dood niet meer durven lezen. Nu we er over praten, kan ik het weer; ik ga straks de brieven herlezen en je een stukje mailen. Opa is nu zes jaar dood. Ik wist het, ik werd om zes uur wakker en dacht “dat is ’t dan”. Toen ging de telefoon: mijn oma belde.’ De band met haar opa is niet verbroken. ‘Ik voel nog vaak zijn aanwezigheid.’
————————————————————————————————————————————————————————————————
24.1.1995 Calcutta
[…] As you think about me, I always think about you and miss you. If you would have been with me from childhood, I would have made you a good Lady doctor of fame. But God did not give me that chance.
Debby, I love you very very much and I am writing to you with the nice pen you had given me.
Always write me letters. I am so alone. I will write you letters always.
I am always remembering you with love.
Yours
Opa
———————————————————————————————————————————————————————————————–
Het land, de religie, het fascineert haar. Debby heeft zich de Indiase religie, het hindoeïsme, eigen gemaakt. ‘Al die goden, Lakshmi, Brahma, Vishnu, Ganesh – de altaren, de kleuren, het trekt mij erg aan. Oranje en rood zijn mijn lievelingskleuren. Mijn hele huis hangt vol met kleurenfoto’s van mijn dochters en mij in India, overal staan Indiase voorwerpen. Veel geluksbrengers, talisman; dat heb ik van mijn vader. In de auto hangt een beeldje van Christoffel, die beschermt je op de weg. Ik voel mij het meest verwant met Lakshmi, de godin van het geluk en het licht.’ Een beeld van deze godin plaatst ze onbekommerd naast een beeld van Maria, die ze Indiase trekken toedicht. Boven de deur hangt een felgekleurde afbeelding van een engel, ook een herinnering aan haar katholieke jeugd, maar deze is uit Mexico. Haar oer-Hollandse zeeman Ralph vindt die engel vreselijke kitsch, maar hij ziet het nu niet: hij zit jaarlijks een half jaar op zee. Hun drie dochters, Halliday Madhuri (10 jaar), Indira Lalita (9) en Norah Lakshmi Santi (5) hebben zich wel de kleuren van India eigen gemaakt. Het geel en rood van de tekeningen van Norah spatten van het papier af!
‘Mijn hele leven geloof ik al in reïncarnatie, je karma, dat er een cyclus is van geboorte en dood. Door alle karma’s goed te doorlopen kom je los van het reïncarneren. Bij de hindoes komt negen dagen na een geboorte de priester op bezoek; hij geeft het kind het teken dat het leven doorgaat. Je karma komt vrij, je krijgt nieuwe kansen om het goed te doen. Daarna spreekt de vader ‘OHM’ ( ) uit, het goddelijke woord. Pas dan geeft hij het kind de naam die samen met de astroloog is bepaald. Mijn Indiase naam, Sutapa, betekent Seeker of God, Godszoeker. Je krijgt ook een edelsteen. Mijn steen is een maansteen; ik draag hem in mijn ring. Die staat voor connectie met de maan en voor vrouwelijke energie, voor bevordering van intuïtie.’
De meeste kennis van India, van de Hindoegoden en van de mystiek, heeft Debby uit boeken. Ze leest altijd, zelfs thuis op de crosstrainer. ‘De Indiase schrijver en dichter Rabindramath Tagore vind ik helemaal fantastisch, heel bijzonder. Mooie gedichten, mystiek. Hij heeft iets magisch, iets spiritueels. Dat zit ook in mij.’
Debby wijst naar de altaartjes in haar huis, haar gedenkplekjes. ‘Ik kijk bewust geen tv. Ik luister naar muziek, brand kaarsjes en wierook, en ik lees.’ En mediteren? ‘Mijn vader doet yoga. Het klinkt heel gek, maar ik mediteer tijdens het hardlopen, drie of vier keer in de week tien kilometer. Ik denk aan India, doe onderweg de zonnegroet… ik duik dan helemaal in een fijn gevoel van geluk.’
————————————————————————————————————————————————————————————————
“Poems On Love
Love adorns itself;
it seeks to prove inward joy by outward beauty.
Love does not claim possession,
but gives freedom.
Love is an endless mystery,
for it has nothing else to explain it.
Love’s gift cannot be given,
it waits to be accepted.”
― Rabindranath Tagore
——————————————————————————————————————————————————————————————————