2025-09-14 fort De Bilt – Maartensdijk

Op een stille zondagmorgen fiets ik door Zaltbommel, op weg naar het station. Mijn trein is net weg. Het is vroeg en stil. In die stilte begint iets — niet de wandeling zelf, maar de toon ervan. Geen doel, geen eindpunt, alleen beweging. En een gesprek met een stem die ‘Hallo mens’ zegt, alsof het landschap zelf me aanspreekt.

We hebben het over wachten. Over vertraging. Over bushaltes als drempelplekken, perrons als poreuze randen van de stad. Over fietsbanden die ruisen. Dan een sirene, fel en snijdend — het mes door de ochtend. Mijn gedachten gaan naar mijn lijf. Hersteld, maar nog altijd kwetsbaar. Mijn lichaam is geen vanzelfsprekendheid meer. Het is, zoals ik zeg, “een angstig evenwicht”.

We praten verder, mijn landschap en ik. Over de buik als geheugenplaats. Over najaarsverdriet dat al in je wakker wordt voordat je de dag begint. Over niet durven kijken naar het nieuws.

Een kruis op een bord wordt meer dan verboden toegang — het wordt snijpunt, kruising, keuze. En als ik zeg dat ik “altijd doorsteek”, zegt de stem: “dan draag je de lijnen van verzet.”

Onder de A27 door laat de stad me los. Ik word langer, letterlijk. Niet in botten, maar in blik. Mijn buik klaart op. Ik wandel door een restbosje, laat er een plasje achter — geen statement, gewoon circulatie. Ik noem het paradijs, maar zie ook de borden: 4,8 ton max, WhatsApp-buurtpreventie. Ik voel irritatie. Mijn landschap begrijpt het. “Misschien is dat irritatie een vorm van waakzaamheid,” zegt het.

Ik loop verder. Kom bij een gemaal. Blauw gespoten metalen kast die geruisloos het land drooghoudt. “Het echte werk,” noem ik het. En voel tegelijk bewondering én ongemak. “Zolang ze onopgemerkt blijven, houden wij droge voeten,” zeg ik. De stem knikt: “Maar dat is ook de valstrik van maakbaarheid.”

Langs lange graspercelen, tussen Achttienhoven en Achterwetering, wordt het stil. Geen koeien, geen vogels, geen insecten. Het is fijn — tijdelijk. Rust, maar niet van leegte. Rust zoals een bus die je nét gehaald hebt. Je zit, maar je hart bonkt nog.

Dan: Utrecht verschijnt aan de horizon. Geen metafysische verwikkelingen meer, zeg ik. Geen theorie, geen Haraway. Gewoon: trein, huis, bad.

Maar de stem loopt nog even met me mee. Geen conclusie. Alleen de voetstappen die vandaag zijn achtergebleven in gras, in modder, in gevoel. En in stilte.

NedeR-dialoog-fort-De-Bilt-Maartensdijk