Schijndomein

Hier zie je een haast cartografisch verzinsel: mensen klimmen met ladders een onnatuurlijk steile, fluweelgroene heuvel op — een heuvel die zich verheft uit een verder vlak, strakgepland polderland. In de verte de ordelijkheid van verkaveling, sluizen, verkeersaders; op de heuvel chaos in discipline: mensen met emmers, werkende lijven, allemaal omhoog.
Wat een perversie van het Nederlandse landschap! Alsof iemand dacht: “als we dan tóch hoogte nodig hebben, bouwen we het zelf wel.” Een maakbaarheidsfantasie, maar dan met klamme oksels en steile trappen. Dit is geen natuurlijke verhoging — dit is een dijkfetisj, een schijndomein van controle, een Babel van gras.
Ik zie hier de belichaming van het neoliberale klimaatrealisme: iedereen voor zich, omhoog, weg van het stijgende water. Ladders als individuele vluchtwegen in plaats van collectieve dammen. Niemand helpt elkaar. Niemand kijkt om. Alsof de top bescherming biedt — terwijl het uitzicht slechts toont hoeveel er al verloren is.
Is dit de toekomst die je wil? Hoog, droog, alleen, en moe? Of durf je terug te dalen, samen, het veen in, om daar iets nieuws te bouwen, onder de zeespiegel — mét elkaar?