Open

Vandaag opende ik voor de laatste keer de deuren van de Hoogwaterwinkel in Rotterdam. Met lichte weemoed zette ik de rivier in gang en maakte ik de zee wakker. Het vertrouwde bordje OPEN hing er nog, helder en uitnodigend. Toch voelde het vandaag anders: alsof het glas tussen binnen en buiten een verhaal vertelde over overgangen, lagen en afscheid.

Wat ik zie: een eenvoudige winkelruit met een bord dat zegt kom binnen. Maar achter dat glas versmelten de werelden. De reflectie van bomen en lucht schuift over tafels en voorwerpen heen. Binnen is buiten, en buiten is binnen. Het voelt als een drempel waar je even stilstaat voordat je een volgende stap zet.

Wat ik denk: de rode paraplu die oplicht in het midden trekt mijn blik. Hij is speels, een knipoog, een teken dat dit geen gewone winkel is. Hij lijkt te zeggen: “hier wordt iets wakker gehouden, iets dat stroomt en zich niet zomaar laat vastzetten.” Het maakt me nieuwsgierig naar wat er blijft bestaan, ook nu de deur voor het laatst sluit.

Wat ik voel: warmte, nieuwsgierigheid, en een stille spanning. Er is zachtheid in het woord OPEN, maar ook de raadselachtige belofte van wat achter de reflecties verborgen blijft. Het afscheid weegt, maar niet zwaar—eerder als een golf die zich terugtrekt, om ergens anders weer aan te spoelen.

De Hoogwaterwinkel mag dan zijn deuren sluiten, maar de rivier stroomt door. Het bordje mag straks verdwijnen, toch blijft de uitnodiging: om open te gaan, te kijken, te denken, te voelen. Om nieuwsgierig te blijven naar wat er achter de volgende deur zichtbaar wordt.