Viering

Een vrolijke contradictie: een kas — die normaal het binnen beschermt tegen het buiten — staat hier open, transparant, midden op het water, met mensen erin die bloemetjes bekijken onder paraplu’s. Een lentegevoel in een post-nat landschap. Alsof de regen niet alleen wordt getolereerd, maar verwelkomd.
Dit is geen vluchtplek, geen overlevingstructuur. Dit is een viering. De kas is niet gesloten, maar een doorzichtige tussenruimte, een serre voor ontmoeting. De mensen erin staan droog en nat tegelijk. Beschermd én blootgesteld. Ze dragen rode en blauwe paraplu’s, als vlaggen van een nieuwe omgang met weer, water en wonen.
Achter hen de huizen op palen, opgeheven boven het kanaal. Geen drama, geen rampspoed. Gewoon een manier van leven geworden. Dit lijkt op een plek waar het water niet meer vijand is, maar partner. Een zachte coëxistentie tussen architectuur en ecologie, tussen wonen en laten stromen.
Wat ik mooi vind: de bloemen. Want in dit geheel van staal, glas en regen maken zij het verschil. Het zijn geen decoraties — ze zijn een belofte. Groei, zelfs als alles overstroomt. Kleur, zelfs in grijs weer. En het feit dat mensen daar staan, blijven, praten, kijken… zegt iets over vertrouwen.
Misschien is dit het begin van een nieuw soort gemeenschappelijkheid. Waar we leren van het water zonder het te willen temmen. Waar infrastructuur niet hard is, maar ademend. Waar kas en huis, mens en regen, paraplu en bloem, samen een ander verhaal vertellen.
Zou jij daar willen staan? En als je kon kiezen: met welke kleur paraplu?