Het dak op

Drie figuren op een dakrand, hun silhouetten scherp tegen het grauwe, overstroomde landschap. Ze turen — niet paniekerig, maar bedachtzaam. De winter ligt als een natte deken over het dorp, het water heeft bezit genomen van straten en erven. Alles ademt post-catastrofe. Geen sirenes, geen helikopters — alleen kijken.

Dit is geen ramp, dit is stilte. De fase waarin de mens ophoudt met handelen en begint te beschouwen. Maar wat zien ze? Een weg terug? Of enkel wat er verloren ging?

Er is iets schrijnend banaals aan hun kledij: gewatteerde jassen, gebreide mutsen, laarzen. Alsof overstroming onderdeel is van het weerbericht. Een verschoven normaliteit. Het dak als permanente uitkijkpost, het dorp als herinnering aan wat ooit beneden was.

De kijkers zijn niet blind. Ze wéten. En toch blijven ze zitten. Is dit de toekomst van Nederland onder nul NAP? Een land van daken en afstand, van kijken en wachten?

Wat zou jij doen als je keek en wist dat niemand anders omhoog klimt? Blijf je zitten? Of maak je van dat dak een uitkijkpost mét megafoon?