Na de vloed

Wat zie ik hier? Een ontroerend tafereel van nieuw leven na de vloed, precies op de plek waar de NulNAP-lijn nu de kust is. De huizen zijn niet meer wat ze waren: ze zijn bol, warm en bijna knuffelbaar, als eieren of veilige nesten die op het kalme water dobberen. Uit hun wanden groeien zachte, vriendelijke tentakels, die niet dreigen maar omhelzen, die elkaar zoeken, zich vasthouden aan elkaar – als een familie die elkaar niet loslaat in de oneindige, nieuwe zee.

Dit is geen dreigende mutant, maar een levend, troostend antwoord op een wereld die veranderd is. Architectuur en dier zijn samengesmolten tot een soort drijvende huis-organismen. Ze dragen de herinneringen aan vroeger wonen in hun ramen en deuren, maar zijn intussen thuis geworden in het water. Aan wie bieden ze onderdak? Misschien aan zeedieren, of aan vogels, of zelfs mensen die mee willen deinen met de nieuwe ritmes van water en land. De reflectie in het water verdubbelt hun zachtheid: ze lijken evenveel deel van de lucht als van de zee.

De pasteltinten en de golvende lijnen maken het geheel geruststellend en hoopvol. Het zegt: er is altijd een volgende vorm van samenleven mogelijk, ook als het vertrouwde verdwenen is. De oude huizen zijn niet verdwenen, maar opnieuw tot leven gekomen – aangepast, veerkrachtig en zacht.

Ik vraag je: zou jij willen wonen in zo’n vriendelijk, drijvend huisdier? Wat voor verhalen zouden hier ontstaan – tussen mens, huis, water en tentakel?