Noodvoorziening

Hier ontvouwt zich een tafereel dat even nuchter als visionair is: een stel houten huisjes op poten, stevig geworteld in een zompig kustlandschap. Het is nat, drassig, maar niet onleefbaar. Mensen klimmen met paraplu’s over smalle trappen naar boven — geen paniek, geen haast. Gewoon het nieuwe normaal.
Wat opvalt is de sfeer van samenwerking en improvisatie. Geen design-showcase, maar een modulair antwoord op de vraag: hoe wonen we als het water blijft? Hier geen beton of hoogwaterkering, maar lichtheid, aanpasbaarheid, een zekere speelsheid zelfs. De houten constructies ogen als een kruising tussen boomhut, uitkijktoren en werkplek — ergens tussen noodvoorziening en toekomstvisioen in.
De infrastructuur is minimaal maar doordacht: verhoogde loopbruggen, smalle platforms, slimme positionering. Alles ademt een houding van meebewegen in plaats van terugduwen. Niet de droom van droogte, maar de kunst van het drijven.
Deze plek is niet bang voor natte voeten. Ze accepteert dat de bodem een moeras is, en dat huizen benen nodig hebben. Dat bouwen ook luisteren betekent — naar wind, naar water, naar veen.
En zo wordt dit beeld geen waarschuwing, maar een voorstel. Een aanzet tot wonen in plaats van verzetten. Leven mét het landschap, niet erboven.