Lage Zwaluwe – Drimmelen 2024-11-16

Vandaag naar Lage Zwaluwe gereisd via Dordrecht. Vanaf Dordrecht kom je over het Hollands Diep – goed te zien op de satellietfoto hierboven, net als de Biesbosch als ‘wild’ element in het landschap. Mjjn voornemen is om vandaag een lang stuk langs dat Hollands Diep te lopen. Foto hier onder is genomen uit de trein, bij het oversteken van het Hollands Diep.

Die oversteek is iconisch. Mijn brein zegt ‘er verdronk ooit een Oranje bij het oversteken van het Hollands Diep’, Heb maar eens even de moeite genomen om dat uit te zoeken.

Het blijkt te gaan om Johan Willem Friso van Nassau-Dietz. Friso is een vergeten figuur in de Nederlandse geschiedenis. Het enige wat de meeste mensen van hem weten – inclusief mijzelf – is zijn ongelukkige dood. Hij was slechts 23 jaar oud toen hij, in verband met een afspraak met de Staten-Generaal, met een boot het Hollands Diep overstak. Tijdens de oversteek sloeg de boot om en verdronk de prins. Hij liet een zwangere vrouw en een dochtertje na. [source]

Johan Willem Friso verliet op 11 juli het legerkamp, bracht de nacht door te Rijssel en arriveerde in de middag van de 14e aan de Moerdijk. Zijn koets ging op de gewone pont, hijzelf stapte in een kleine schuit. Het weer, tot op dat moment rustig, sloeg plotseling om. De Prins stapte daarom over op de pont en nestelde zich in zijn koets, om te schuilen voor het slechte weer.

Wellicht door het stormachtige weer kwam de pont niet goed uit aan de kant van Strijensas. Veerknecht Pieter Cornelissen moest daardoor bijdraaien. Op dat moment werd het vaartuig door een sterke windvlaag gegrepen en omgegooid. De Prins slaagde erin uit de koets te komen. Een van zijn metgezellen greep hem met de moed der wanhoop bij de hand, maar vergeefs. Een volgende golf sleurde de Prins mee, het kolkende water van het Hollands Diep in.

De dienaar van de Prins, Hilken, onderging hetzelfde lot, terwijl de rest van de opvarenden maar net konden worden gered door kleine sloepjes die in allerijl vanaf Strijnsesas waren uitgevaren. Pas acht dagen later, op 22 juli, werd het ontzielde lichaam van de Prins uit het water gevist door een schipper uit Klundert. Het stoffelijk overschot werd naar Dordrecht gebracht, waar het werd gebalsemd. In februari 1712 werd Johan Willem Friso bijgezet in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden. [source]

Hier wat aantekeningen gemaakt tijdens de reis:

Bij het oversteken van het Hollands Diep (per trein) dacht ik heel even ‘hé waait het zo hard?’. Maar het waren geen witte schuimkoppen maar zwanen op het Hollands Diep. Meer geluk dan die Oranje, want brug want trein want weinig wind.

Ik stap uit op station Lage Zwaluwe. Een bijzonder vreemd station, want het staat midden in het niets. Er is geen stad, geen dorp, er zijn geen huizen. Ik ga nog een heel stuk lopen voordat ik straks in Lage Zwaluwe ‘het dorp’ ben. En er is toch best veel wind.

Het voelt heerlijk om je de ene voet voor de andere te zetten en te bedenken ‘eens kijken waar we terecht komen vandaag’. Het enige wat ik weet is dat ik nulNAP blijf volgen.

Er zwermen hier vogels, ik denk dat het spreeuwen zijn. Zo’n zwerm heeft zijn eigen regels, net als het landschap dat heeft. Fascinerend idee om deel uit te maken van een zwerm en je veiligheid te moeten zoeken in het feit dat er zoveel soortgenoten om je heen zijn.

Ik: Het is eigenlijk gewoon een productielandschap waar ik loop.

NedeR:

Hallo mens,

Precies, je loopt hier door een landschap dat werkt – een machine in slow motion. Alles, van de strak geplande akkers tot de zwiepende turbines, draait om rendement. Maar het heeft ook iets fascinerends, toch? Hoe het menselijke ingrijpen dit gebied zo efficiënt en bijna klinisch georganiseerd heeft. Zie je hier ook nog sporen van natuur die proberen mee te doen, of is het echt puur productie?

Ik schrok me echt kapot van een rare ratel die me achterop kwam, het bleek een geluid van een windmolen te zijn. Even later nog zo’n schrik. Deze ratel blijkt een hogesnelheidstrein te zijn. De ruimte hier lijkt wel een klankkast.

De bomen hier zijn al hun bladeren kwijt. Wat kale zwarte takken overlaat, een mooi teruggaan naar de essentie. In het patroon van de takken zit een vroege Mondriaan.

En daar vliegen ganzen over, dat is heel wat anders dan een zwerm. Veel statiger, ze hebben een letter formatie, een ‘v’ of een ‘w’. Ganzen hebben elkaar eigenlijk altijd wel wat te vertellen.

Bij het bord ‘gemeente Lage Zwaluwe’ haal ik de collectebus en mijn identiteitskaart tevoorschijn en verander mezelf in Noordzeedijk collectant. De Nieuwlandsedijk, waar ik nu loop, is trouwens weer zo’n dorpsdijk, net als in Stampersgat: links en rechts huizen die pal aan de dijk gebouwd zijn. Tussen de huizen door zie je naar beneden, naar akkers en de weilanden.

Twee klussende mannen die ik aanspreek zeggen ‘echt nog nooit gehoord van die Noordzeedijk’, wat natuurlijk voor de hand ligt. Ze kijken me aan alsof het vanzelfsprekend is dat er alléén voor bij hun bekende doelen mag worden gecollecteerd.

Toch hebben we een leuk gesprek. Een van de twee zegt “ik ga nu niet geven, maar ik zal het nakijken, heb je een website?” Ik zeg “maar natuurlijk” en geef hem de site van de Stichting op. Hij zegt “als ik het een goed idee vind ga ik doneren”. Kijk, dat is effect hebben.

Een dame die niet wilde geven voor de Noordzeedijk legt me wel uit waarom hier overal in de ramen posters zijn met “wij willen weiland”. De gemeente heeft kennelijk plannen om door hun achtertuin een rondweg aan te leggen, en dat vinden ze hier op de dijk een slecht idee. Als ze niet zo stotterde had ze vast ‘not in my back yard’ gezegd. Maar dat kwam er niet van.

Een man met hond ‘heeft niks bij’ – behalve die hond dus. En die is ‘bij’ genoeg: hij probeert mijn collectebus te pakken te krijgen. Gelukkig heeft zijn baasje hem aan de lijn en stevig in de hand. Ik krijg dus als een soort hartelijke groet van Lage Zwaluwe twee dikke pootafdrukken op mijn jas.

Net leuk gesprek met een stel die ‘geen geld bij’ hadden (terugkerend refrein vandaag), maar zich wel zeer bewust waren van de klimaatproblematiek. “Gaat wel erg worden,” zei de man, “en komt steeds dichterbij. Kijk nou naar Spanje.” En ik vroeg “blijft u hier wel wonen dan?” “Ja ja ja we hebben ook geen geld om te verhuizen,” zeiden ze, maar dat kwam over als een gelegenheidsargument. Ze hadden absoluut geen plannen om hier weg te gaan.

Heel weinig mensen hebben plannen om weg te gaan uit het rivierengebied. Ik zelf ook niet. Overmoed of onvermogen?

Er is hier een fietsveer naar de Biesbosch, maar tot mijn teleursteling vaart die niet in de winter. Een man met – alweer – een hond begrijpt mijn teleurstelling en moedigt me aan in de zomer terug te komen.

Ik heb trouwens een klacht: waarom hebben mensen met hond nooit geld bij (zich)?

De Nieuwlandsedijk met zijn dijkhuizen is ontzettend Nederlands en verschrikkelijk charmant. Doet me denken aan ‘Happy Street’ de driedimensionale straat in de vorm van een 8 met daaraan hangende huizen.

Ik zoek dat op – Wiki: het bouwwerk was ontworpen door architect John Körmeling en bestond uit een 450 meter lange rode straat in de vorm van het Chinese geluksgetal 8 waarover bezoekers langs een overzicht van de Nederlandse architectuurgeschiedenis konden lopen. Het paviljoen zou na afloop van de expo afgebroken worden maar staat er sinds 2010 nog altijd.

Heel interessant gesprek met een visser bij de haven, die bij het waterleidingbedrijf blijkt te werken. Hun grote probleem is: ze komen water tekort. Ik vraag hoe dat kan, zo vlak bij het Hollands Diep. Zij blijken geen oppervlaktewater te gebruiken, maar halen het water diep uit de ondergrond. Dat water komt ergens uit de Zwitserse bergen naar beneden gezakt, stroomt uiteindelijk naar reservoirs honderden meters onder de grond. En het waterbedrijf hier pompt het daaruit op. Maar er is niet genoeg volume om de snelle uitbreiding van woningbouw en industrie bij te blijven, er komt te veel vraag. Over niet al te lang zullen ze ‘nee’ moeten gaan verkopen. Van de zeespiegelstijging hebben ze hier nog geen last, maar verder naar de kust zijn er waterbedrijven die de verzilting merken.

Ik bedacht, naar aanleiding van dit gesprek, dat ik over ondergrondse waterstromen nog helemaal niet heb nagedacht. In mijn mentale model is ‘land’ land en daarop stroomt het water. Maar dat er daarin ook water stroomt, dat is een gedachte die ik nog niet in mijn arsenaal had.

De volgende bewoner die ik sprak had niet zo’n schrik voor water – hij woonde immers ‘op du’n dijk’.

Een kort gesprek met iemand die hier een lief dijkhuisje mooi aan het verbouwen is. Volgend jaar juni moet het af zijn. En ik vroeg “toen je aan dit project begon, heb je toen nagedacht over wat er gebeurt als het klimaat verandert?” Hij keek me een beetje schaapachtig aan en zei “maar we zitten hoog en droog hier op de dijk.” Ja, dan ben ik een beetje uitgeluld.

Vond nog een bewoner die ik kon vragen waarom er hier een dijk loopt, en een stukje verder nog een, die grote langs het Hollands Diep waar ik zo naar toe ga lopen. Hij legde me uit dat de dijk waaraan zijn huis staat een oude dijk is, en die andere daar in de verte een nieuwe, die een stukje verderop is aangelegd om de oude dijk en de woningen daarop te sparen. Ik vroeg “voelt dat nou veilig, wonen op de ene dijk en achter de andere dijk?” Hij keek me aan of hij water zag branden en zei “daar heb ik wel verdorie nog nooit over nagedacht.”  

En ik loop even een klein stukje terug en sla rechtsaf. Dan kan ik zometeen doorsteken naar die grote dijk, en eindelijk het Hollands Diep zien. Op naar het echte dijkgebeuren.

Nu loop ik op de Amerweg,  en in de verte zie ik inderdaad het onmiskenbare silhouet van de Amercentrale. Omkijkend zie ik de lange lijn van dijkhuizen die samen het dorp Lage Zwaluwe vormen. Waar die  mensen wonen die nergens bang voor zijn,  want ze wonen immers ‘op du’n dijk’. Maar die huizen zien er – vanaf hier – wel uit alsof ze op het water aan het wachten zijn.

Ik steek mijn hoofd boven de kruin van de dijk uit en ja hoor: Hollands Diep, prachtig! Ik teken terp nummer zes op die hoge dijk, met aan de ene kant het water en aan de andere kant de akkers. De terp refereert aan de tijd van voor de dijken, en suggereert misschien ook dat de tijd van terpen weer gaat komen. Ik visualiseer mensen die het dorp uit vluchten – ‘op du’n dijk’ was toch niet hoog genoeg.

Als dat oude dijkje van Lage Zwaluwe  Anton Pieck was, is deze dijk de Nieuwe Zakelijkheid.

De wind helpt mee met dat idee: vandaag waait mijn krijt letterlijk onder mijn borsteltje vandaan. Wat houd ik toch van tijdelijkheid en het idee dat alles verwaait.

En oh wat voelt het machtig op zo’n hoge dijk te lopen met links water en rechts land. Wind in de rug, een beetje vliegen. Biesbosch aan de overkant. Wat is het genieten hier van het licht, dat zelfs op een grijze dag als vandaag van het water afkomt en voor een reprise gaat.

Ik wil hier wel even van de dijk af om het water gedag te zeggen, maar deze dijk is daarvoor te keurig omheind. In de verte zie ik een plek waar het misschien wel even kan.

Gelukt – een hek, en gezien de gebruikssporen ben ik niet de eerste die er hier even overheen klimt.

Ik zit op de basaltkeien bij het water nu, daar waar het Gat van den Ham uitstroomt in de Amer. Op de rivier een moedig zeilbootje dat scherp aan de wind vaart. Er zijn hier lieve kleine kabbelgeluidjes en de wind wuift door het riet. Ik ontvouw een fortune teller en vouw van het papier een bootje. Ik stuur dat het water op, met al mijn boodschappen beladen. En met mijn beste wensen voor een behouden vaart.

Ik doe een zee-meditatie en praat hier even over met twee mannen van Poolse origine die hier komen om te vissen.

NedeR

Hallo mens

“Je zit je hier de terugkeer van natuurlijke patronen naar dit land voor te stellen, maar zelfs jouw manier van verbeelden is gereguleerd en gecontroleerd. Je plant je meditaties, draagt ​​je zorgvuldig samengestelde geluiden mee, past je gefabriceerde zeegeur toe. Net zoals de Nederlanders elk plein hebben ontworpen, elke meter van dit landschap, creëer jij jouw zintuiglijke ervaring van de mogelijke toekomst ervan. De ironie is dat echte transformatie, als die komt, niet zulke netjes geplande scenario’s zal volgen. Wanneer de zee dit land terugwint, zal het jouw choreografie niet volgen. De reactie van de natuur op eeuwen waarin mensen de touwtjes in handen hebben, zou wel eens veel chaotischer kunnen zijn dan de opnames van zachte golven suggereren.”

De wind geeft vandaag een extra dimensie aan het landschap. Ze probeert koude vingertjes in mijn kleren te steken. Ik zet mijn capuchon op. Wat mijn zicht op het landschap beperkt. Wat jammer is, maar helaas.

Het beeld dat ik nu zie zit in mijn oersysteem: een klein bootje op de rivier met drie staande vissers.

Hiernaast Vissers zetten hun netten uit van Jan van Goyen (1638) [source]

Ik zie de haven van Drimmelen aankomen mijn benen zeggen ‘bus, doen, bus, doen, bus, doen’ op het ritme van mijn stappen. Ik luister, en target de bushalte aan de haven als mijn eindpunt van vandaag.

De dijk wijkt hier af van de rechte lijn en vouwt zich om de haven heen.

Een hier opgehangen spandoek zegt let op u nadert een straat met verkeerslichten, deze gelden ook voor u. Dat ze je daar toch aan moeten herinneren – wat is dit voor dorp?

En wel verdorie, die van Drimmelen maken het later weer helemaal goed. Ze hebben de ingeving gehad om geluksplekken te markeren via borden met daarop geluksverhalen. De gemeente Drimmelen werkt namelijk aan geluk. En dan waag ik het dat geluk te verstoren met reminders over klimaatverandering en zeespiegelstijging.

Ik heb inmiddels op de Drimmelense Dorpsstraat mijn laatste flyers in brievenbussen gepost, maar ik kom niemand, echt nie-man-d, tegen om de collectebus onder de neus te duwen. Die van Drimmelen zijn hun geluk vandaag binnen aan het beleven.

Het bushokje hier aan de haven staat als een eenzame representant van moderniteit – maar dan lelijke moderne vormgeving –  ongelukkig te zijn in dit dorp waar ze aan geluk werken. Nou ik wist het wel: groot geluk, fraaiere bushokjes.

Terug met: de buurtbus Drimmelen – Oosterhout; de bus Oosterhout – Breda; de trein Breda Den Bosch; de trein Den Bosch – Zaltbommel. Twee heel gelukkige uren zitten en herkauwen. Bij station Zaltbommel fiets ik in de schemering en de miezermot het laatste stukje naar de binnenstad. Waar het er-rug veel levendiger blijkt dan in die twee dijkdorpen van vandaag. Toch niet zo slaperig, dit stadje?

Fieldnotes-2024-11-16-def

Dijken van vandaag: Streeplandsedijk, Dirk de Botsdijk, Nieuwlandsedijk, Loonsedijk Zwaluwsedijk, Srandhazendsedijk