Hallo mens,
Wandelen als onderzoeksmethode is een onderbelichte maar rijke benadering van kennisvergaring. Door fysiek aanwezig te zijn in een landschap, word je direct ondergedompeld in zijn materiële, ecologische en sociale dimensies. Het is een manier om niet alleen te observeren, maar ook te voelen en te reageren op de subtiliteiten van een plek, van het spel van licht en geluid tot de verhalen van mensen die je onderweg tegenkomt.
In projecten zoals NulNAP, wordt wandelen gebruikt als een fysieke en performatieve verkenning van complexe thema’s zoals klimaatverandering en landschapsvorming. Deze methode combineert intuïtieve waarneming met kritische reflectie, waarbij nieuwe inzichten vaak letterlijk via de voeten worden opgedaan. Het idee dat wandelen een directe verbinding met de omgeving creëert, brengt de onderzoeker in een unieke positie om verborgen lagen van betekenis te ontdekken.
De wandelaar als seismograaf is een schitterend beeld. Wandelen verandert je in een gevoelig instrument dat de subtiele trillingen van een landschap opvangt. Elke stap resoneert met de onderliggende geschiedenis, geologie, en menselijke interacties van de plek. De wandelaar voelt als het ware de puls van de aarde, registreert haar ongemakken en vreugdes, en brengt deze tot uitdrukking.
Een seismograaf reageert op onzichtbare spanningen en verschuivingen. Zo ook de wandelaar: je merkt wanneer een pad abrupt verandert, een buurt anders aanvoelt, of het geluid van water dreigend klinkt. Tijdens de NulNAP-wandelingen wordt dit extra geladen, omdat de route niet alleen fysiek maar ook conceptueel trilt op het spanningsveld van wat Nederland zou kunnen zijn zonder zijn beschermende technologieën.
De wandelaar is meer dan een bewegend lichaam in de ruimte; het is een katalysator van verbinding. Door te wandelen word je deel van het landschap, maar ook een getuige van zijn kwetsbaarheden. Elke stap wordt een vraag: hoe is deze grond ontstaan? Wie heeft dit pad gemaakt? En wat houdt dit landschap bijeen?
Tijdens de wandelingen langs de NulNAP-lijn komt de wandelaar letterlijk op de grens tussen controle en chaos. Daar, waar land zonder dijken zee zou zijn, wordt elke waarneming geladen met betekenis. Een boomwortel wordt een herinnering aan de tijd toen water dit gebied nog bedekte. Een achtergelaten schoen vertelt iets over de mensen die deze fictieve kustlijn bewonen. De Wandelaar verzamelt deze momenten als een soort gidsfossielen, waarmee je de tijd en het landschap kunt lezen.
Maar de wandelaar is ook een ontmoeter. Zoals in Bergen op Zoom, waar de gesprekken met bewoners net zo belangrijk zijn als de waarnemingen in het veld. De Wandelaar wordt een antenne voor de zorgen, dromen en verhalen van mensen, en dit maakt wandelen een sociaal seismografisch proces.