Bergen op Zoom 2024-09-04
Gisteren mijn eerste wandeling gedaan volgens de nieuwe strategie. Wat in de praktijk betekent: iets meer mijn neus achterna. Ik begon in Bergen op Zoom, daar waar Nederland het ‘dunst’ is en waar de Brabantse Wal uitkijkt over het vlakke land van Zeeland. Daar was ik nieuwsgierig naar, naar dat uitkijkpunt, en het leek me een mooie start voor de lichtelijk ge-herformuleerde route.Want nog steeds bestudeer ik het NulNAP gebied, maar nu intuïtiever.
Eerste beeld overgenomen uit de catalogus bij tentoonstelling ‘Awareness – a matter of time’ in de Markiezenhof, Bergen op Zoom
Tweede beeld gecreeerd met Dall-E via ChatGPT
Een selectie uit mijn aantekeningen [ingesproken op telefoon]:
Eerste collectepogingen
Nou, de kop is eraf. Ik zat op een bankje op het perron in Den Bosch, naast een jongeman, verzamelde al mijn moed en zei: ‘Heb je wat over voor de stichting Noordzeedijk?’ Zijn eerste reactie: ‘Ik heb geen muntgeld.’ Toen ging hij vragen wat die Noordzeedijk was. Toen ik zei ‘opvolger van de Afsluitdijk’, zei hij: ‘Geen interesse.
Eigenlijk moet ik alleen maar mensen vragen die op of bij de nul NAP-lijn wonen, dan kan ik ze vertellen dat ze eigenlijk aan het strand zitten.
Net sprak ik – weer op een bankje op een ander perron – een schoonmaker. Hij vroeg waarvoor ik aan het collecteren was, dus die bus werkt. Hij maakt zich wel zorgen over het klimaat, maar weet eigenlijk niet of we er iets aan kunnen doen. Hij noemde de enorme regenbuien waar hij in Bergen op Zoom, waar hij woont, veel last van heeft als voorbeeld van wat hij zelf merkt van die klimaatverandering. Hij had me graag een muntje gegeven, maar had geen cash op zak. Hij beloofde dat als hij me volgende week weer tegenkomt (want dan kom ik terug), dat hij dan een muntje in z’n zak zou hebben voor me.
Als ik een QR-code had gehad, had ik het aantal donaties kunnen verdubbelen. Daar moet aan worden gewerkt.
Ik spreek een bewoner die op een hooggelegen gebied halverwege de Brabantse Wal net uit zijn voordeur komt. Hij heeft erover nagedacht, dat water, en hij zegt: “Wij lopen niet onder, we zitten op 5 meter boven NAP.” Maar dan zegt hij ook: “Dan heb ik er niks aan, want alle infrastructuur gaat naar de verdommenis.” En hij geeft met gulle hand.
Het is zo lekker dat ik van dat idee van NulNAP pad af ben gestapt en mijn eigen neus achterna ga nu. Met hetzelfde thema natuurlijk, maar ik hoef niet meer te zoeken naar die stomme bordjes. Als ik ergens nieuwsgierig naar ben, dan ga ik dat gewoon doen. Briljant. En het gaat minder over de kilometers en meer over de ontmoetingen.
Ik merk dat ik daar meer voor opensta, voor ontmoeten. Ook gewoon zonder watervragen te stellen, roep ik makkelijker iets tegen iemand, zoals: “Lekker weer vandaag, hè?” of “God, grappig die kameel.” Ik word gewoon praatzamer.
Circuskamp in stadspark
In een groot park stuitte ik onverwacht op Circus Rens, compleet met kamelen op het gras. En ga even de kamelen gedag zeggen.
Van de man die ik tegenkom vlakbij de kamelen krijg ik geen muntje, want hij heeft geen contant geld, maar wel een hele ziektegeschiedenis, wat ook echt interessant is. Drie tieners zouden zeker gegeven hebben als ze maar muntjes bij zich hadden gehad.
Ik besluit met uitzicht op de kamelen een zee-meditatie te doen. Waar kan je nou mediteren met uitzicht op kamelen? Kamelen zijn trouwens heel goed aangepast aan droogte, en dragen hun eigen water, dus het is niet helemaal zo dat er geen verbinding is met mijn onderwerp.
Het grappige is dat op een van de reizende wagens van het circus een groot Delft-Blauw tafereel staat afgebeeld van een schip, een ouderwetse schuit op zee. Even kijken of ik daar een foto van kan maken. Het schip van de woestijn en het schip op zee
Zeemeditatiepunt bij park ‘Kijk in de Pot’
Veiligheid
Ik loop nu op een fietspad dat de Waterschans heet. Links is inderdaad water en rechts gaat alles wel een beetje omhoog. Het is hier eenzaam. Nooit aan gedacht dat je met een collectebus misschien ook wel een doelwit bent om beroofd te worden.
Ik denk dat mijn bus maar even in de tas gaat, dat nodigt minder uit tot ….
Onder water bij het fort
En er is hier een fort. Ik maak even een kleine omweg om op het fort rond te lopen. Overal tekenen van de komende herfst. Ik zie bloeiend Jacobskruiskruid met vier verschillende soorten vlinders op één plant. Heel mooi. Met vlinders kom ik niet verder dan blauw, geel, wit en koninginnenpage. Maar het is wel heel lekker en leuk dat ze allemaal zo om je heen vliegen.
Met vogels kom ik ook niet ver, maar ik denk dat ik een geelgors zag. Niet zeker dat het een geelgors was, overigens. Ik wilde gewoon kunnen zeggen: “ik denk dat ik een geelgors zag” – dat klinkt toch prachtig.
En zo lekker, heerlijke bramen, verstopt in het gras. Platte braamstruiken zijn ook iets nieuws.
Er is hier een filmploeg met allemaal jonge mensen. Ik maak even een praatje met ze. Ze doen een studieproject voor een filmopleiding en ze zijn zo inspannend bezig dat ik niet over klimaatverandering ben begonnen, maar het was wel een gezellig kletspraatje.
Ik vind hier op de overgang van het fort naar zijn water naar de wereld een fantastisch meditatief punt. Het is hier helemaal stil, zelfs de wind fluistert niet door het riet.
Aan de buitenkant van het fort, tegen de dijk aan, kom ik langs de liefste symfonie van golfgeluiden die ik ooit heb gehoord. Lieve kleine zachte kabbeltjes, alsof het water met zichzelf praat. Het moeten de betonnen elementen langs de dijk zijn die het water zo vangen dat die kleine golfjes net een leuk liedje maken. In elk geval neem ik het op. Het is wel raar om te bedenken dat deze lieve kabbelende vrienden meteen ook de vijand zijn waar ik over aan het nadenken ben.
Omhoog omlaag
Ik vind een bijzonder handige app, waar je kunt aangeven op welke plek je bent en die je dan meteen je hoogte geeft. Het verschil tussen de plek van de kerktoren midden in de stad en waar ik nu ben is bijna 10 meter. Dat hoogteverschil is dus aanzienlijk meer dan mijn voeten hadden gemerkt.
Oei, nu moet ik een steil talud af. Het zag er vast komisch uit, maar gehobbeld en al ben ik heel beneden gekomen. Het is wel ironisch: wil je een nul-NAP-pad lopen, moet je ineens heel steil naar beneden.
Daar hupt een haasje tegen de helling van de dijk op. Wat doet hij dat veel eleganter dan ik.
Oeps, de weg terug naar Bergen op Zoom is afgesneden door ‘verboden toegang’ en grote hekken. En ik ga toch echt niet de hele weg terug lopen. Maar gelukkig kan ik krabbend en kruipend dwars over de dijk, daar blijkt ook een pad te zijn. Ik loop nu tussen de dijk en het industrieterrein, door het hoge gras. Ik ben niet de eerste die hier loopt; er is een olifantenpaadje. Hier is duidelijk een ‘line made by walking’ te zien in het gras. Ik ontdek dat het twee lijnen zijn. Waarschijnlijk ‘not made by walking’ maar met voertuig.
Hier is de weg verdorie alweer afgesloten. Wat is het met dat waterschap. Ik volg de voertuigsporen dan kom ik altijd ergens.
Eindpunt
Grappig, ik moet naar een bushalte die ‘Bergen op Zoom Boerenverdriet’ heet. Hoezo?
Oh, ik zie de bushalte. Wat heerlijk, nog maar drie minuutjes lopen. Zitten is ook een werkwoord
En oh ja, hoeveel geld opgehaald? Ik heb de bus maar eens open gemaakt: 14, 90
Het hele verslag vind je hier:
Wandeling_aantekeningen