Langs de Nullijn
Boek cover gegenereerd met ChatGPT 12-10-2024
Van der Hoek, S. (2014). Langs de nullijn: De twee kanten van Nederland. De Arbeiderspers.[hier]
Het boek Langs de nullijn van Sietse van der Hoek neemt ons mee op een wandeling van Goes naar Groningen, langs de grens waar Nederland onder de zeespiegel overgaat in het hoger gelegen deel, de 0-NAP-lijn. Aan de linkerzijde van deze lijn ligt het laaggelegen Nederland, waar men door polderen moest vechten tegen het water, wat leidde tot de ontwikkeling van een basisdemocratie. Aan de rechterzijde ligt het hoger gelegen Nederland, waar deze noodzaak niet bestond. Dit verschil, zo betoogt de auteur, heeft bijgedragen aan uiteenlopende culturele en maatschappelijke ontwikkelingen.
Tijdens de wandeling verweeft de auteur anekdotes die vaak uitmonden in onverwachte inzichten en observaties. Zo legt hij bijvoorbeeld verbanden tussen barokmuziek en de zee, of deelt hij bijzondere verhalen over de Nederlandse omroep en het woord “wijf.” Hoewel het oorspronkelijke doel van het boek is om de NULNaP lijn te volgen, verliest de auteur onderweg soms de rode draad, en verschuift de focus naar andere onderwerpen. Desondanks biedt het boek waardevolle inzichten in diverse aspecten van Nederland, zelfs wanneer het afwijkt van het centrale thema.
Zeg dat Nederland twee delen heeft, en de gedachten gaan uit naar een deel boven en een deel beneden de Moerdijk. Beneden wonen de katholieken, boven de protestanten. Zo’n tweedeling is er ook tussen de Randstad en de rest van Nederland. In de Randstad zijn de huizen duur en de lonen hoog. Buiten de Randstad liggen de wietplantages, de megavarkenstallen, en de boerderijtjes en landhuizen waarover het tijdschrift Landleven informeert.
Journalist en schrijver Sietse van der Hoek ziet een tweedeling tussen Nederland boven de zeespiegel en Nederland beneden de zeespiegel. Tussenin ligt de nullijn, waar het land op het niveau van de zeespiegel ligt. Links van deze lijn is het Nieuw Amsterdams Peil lager dan nul, rechts hoger dan nul. Links liggen Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland, Flevoland, Friesland en Groningen minus de Veenkoloniën. Ook het westelijk deel van Utrecht, de noordwestzoom van de Veluwe en het gebied rond Kampen en Giethoorn liggen links van de nullijn.
gelovig en traditioneel
Die nullijn is meer dan een geografische grens, meent Van der Hoek. De nullijn is een grens tussen twee werelden. Links van de nullijn denken de mensen ruimer en zijn ze ondernemender. Ze staan open voor vernieuwing. Rechts van de nullijn zijn ze traditioneler, terughoudender en geloviger. Talrijke feiten die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben, blijken door de nullijn met elkaar verbonden te zijn. Links van de nullijn trekken progressieve partijen meer stemmen dan rechts van de nullijn, waar het CDA, de PVV en de SGP vanouds hun aanhang hebben.
In de jaren dertig deed de NSB het goed in Drenthe, de Achterhoek en Limburg. Het spreekt voor zich dat er rechts van de nullijn nauwelijks doopsgezinden te vinden zijn, de ruimst denkende christenen uit de Nederlandse kerkgeschiedenis. Wel in Holland, Friesland en Groningen. Daar ging de ontkerkelijking ook het hardst.
ondernemingszin
Het eigene van de linkerzijde van de nullijn is de nabijheid van de kust en de dreiging van de zee. Zon omgeving vraagt om ondernemingszin. Er moeten dijken worden aangelegd, polders drooggemalen, havens aangelegd en schepen gebouwd. De zee biedt een uitweg naar de wereld en brengt de wereld dichterbij. De zee doet mensen samenwerken, brengt mensen tot elkaar en verruimt letterlijk de blik. Met het zicht op de zee is het moeilijk een vertrouwd en voorspelbaar leven te leiden. Aan de kust leidt men aan Fernweh, een onweerstaanbaar verlangen naar verre oorden.
Heimwee is meer iets voor mensen aan de rechterzijde van de nullijn. Ver van huis verlangen zij naar hun geboortegrond, omdat het er oud en vertrouwd is. Niemand die zo ontroerend en hartstochtelijk over de schoonheid van Twenteland kan praten als een Twent die in de Randstad is beland.
visafslag
De these oogt aannemelijk en wegens de eenvoud zelfs aantrekkelijk. Wie even nadenkt, vindt gemakkelijk meer feiten die de these van de nullijn ondersteunen. Het schijnt dat mensen een goed humeur krijgen van een bezoek aan de visafslag, ze knappen op van een bezoek aan de vismarkt, en ze drentelen graag over de visafdeling van een Franse supermarché. Wie vis ziet, denkt aan de zee, denkt aan ruimte, denkt aan vrijheid.
Tegelijk is de eenvoud van de these ook haar zwakte. Zo simpel zal de werkelijkheid toch niet zijn, dat de ligging ten opzichte van de nullijn verklaart waarom de feiten zijn zoals zijn? En waarom zijn er links van de nullijn, vlak langs de kust, zo veel gelovigen van de zwaarste en de meeste behoudende soort te vinden, van Stavenisse tot Urk? De SP, toch een radicale partij, vindt haar oorsprong in Oss, in het oosten van Brabant, ver van de kust en vele meters boven het zeeniveau.
hard en onzeker
Dat klopt, zegt Van der Hoek, maar met behulp van de directeur van het Visserijmuseum vindt hij toch een verklaring voor de orthodoxie in vissersdorpen. Het vissersbestaan was hard en vol onzekerheden, dus de behoefte aan houvast en zekerheid was groot. Het christelijk geloof biedt houvast en zekerheid, dus vandaar. Bovendien was de grondlegger van dat geloof een visserman, zijn discipelen waren vissers op het meer van Galilea.
En is de vis niet het merkteken van het christendom? Daarbij komt dat vissers oog in oog met de schepping leven. De uitgestrektheid van de zee, de onmetelijke sterrenhemel: dan moet je wel sterk in je schoenen staan om niet in God te geloven. Plus dat je zomaar dood kan zijn, voegt de directeur eraan toe.
behoudend
Zon vloed aan gemeenplaatsen geeft te denken. Iedereen kan zomaar dood zijn, maar een reden om te gaan geloven is dat hooguit voor een enkeling. Massale bekeringen onder soldaten die naar het slagveld gaan, zijn niet met regelmaat gemeld.
Wie eenmaal gaat twijfelen, vindt meer argumenten met rafelranden. De SP doet het goed aan de rechterzijde van de nullijn, heet het, omdat SPers eigenlijk behoudende mensen zijn. Ze willen bestaande arbeidsverhoudingen handhaven en laten zich inspireren door een ideologie die al lang tot het verleden behoort. Op zon manier kost het weinig moeite de Nadere Reformatie met haar nadruk op innerlijkheid heel erg van deze tijd te noemen.
containerbegrippen
Blijft staan dat er in de kuststrook ideeën zijn bedacht en uitgevoerd die in het oosten lange tijd ondenkbaar en onuitvoerbaar bleven. Van der Hoek vat het verschil samen in een enkele term, open society, die een hand vol containerbegrippen bevat: onze rationele, verlichte, liberale, individualistische, democratische, humanistische en kapitalistische wereld.
Methodische precisie en heldere begripsomschrijving zijn niet het sterke punt van Van der Hoek. Zijn kracht schuilt in de journalistieke beschrijving van de nullijn, van Bergen op Zoom tot Huizinge. Het mooiste verhaal gaat over zijn geboortegrond, het Westerkwartier in de provincie Groningen.
scherp oog
Van der Hoek heeft een scherp oog voor feiten die zijn inzicht ondersteunen, en die hij verweeft tot een prachtig verhaal dat zeker in eerste instantie altijd overtuigt, niet het minst dankzij de vele geraadpleegde deskundigen. Zijn boek is een lappendeken van sociologische inzichten en historische wetenswaardigheden, gevonden in de vakliteratuur of verwoord door wetenschappers. Op journalistiek verantwoorde wijze zijn ze aaneengenaaid volgens een goed gevonden en soms betoverend patroon, de nullijn die door Nederland loopt.
bron: https://www.nd.nl/cultuur/boeken/902540/de-nullijn-die-alles-moet-verklaren
OE_1_2015_viswijvenRotthier, R. (2015). Deftige dames en viswijven: Twee wandelboeken over Nederland. Ons Erfdeel, 2015(1), 157-159. [hier]