de toekomst van Nederland

Indeling

‘Meer fietspaden’ zegt de Nederlandse Fietsersbond, ‘meer biologisch’ zegt de pluimveehouderij, ‘meer dijken’ zegt Rijkswaterstaat. Ik heb de visie van 78 belangengroepen meegenomen in deze app, verdeeld over acht categorieën.

‘Werken’ brengt ideeën samen over hoe onze werkplek er in de toekomst uit zou kunnen zien – op school, op kantoor, of thuis.

“Wonen’ gaat over huizen en wijken, dorpen en steden. En over hoe we die in de toekomst wellicht zullen (ver)bouwen, inrichten en gebruiken.

Recreatie’ gaat over ontspanning en vrije tijd. Hier vind je beelden over de toekomst van sporten, shoppen, museum bezoek en meer.

Bij ‘Veiligheid’ krijg je de visies te zien van organisaties die zich met dreigingen bezig houden – oorlog, extremisme, natuurgeweld, verkeer, sociale onrust. Het is hun opgave om Nederland zo robuust mogelijk te maken.

‘Natuur’ geeft de kijk van diverse belangengroepen op de Nederlandse natuur- en cultuurlandschappen. Wat willen we veilig stellen, waar zouden we natuurwaarden verder kunnen ontwikkelen?

‘Infra’ gaat over infrastructuur. Wegen, spoorwegen en waterwegen, maar óók het netwerk dat we nodig hebben voor mobiele telefonie en de techniek en apparatuur die nodig is om geld te pinnen en mobiel te betalen.

‘Duurzaam’ geeft de ideeën weer over de transitie naar duurzaam energiegebruik, verantwoorde voedselproductie en klimaatbestendige manieren van bouwen en maken.

‘Denkers’ – dat zijn de planbureaus en de denktanks. Zij denken in scenario’s, en trekken trends van nu door naar de toekoms. Zij stellen de vraag ‘Wat nu als … ‘ Ze passen niet in één enkele categorie, en hebben daarom een eigen plek gekregen.

Ruimtelijke Ordening in Nederland heeft een lange voorgeschiedenis en is diep geworteld in de Nederlandse cultuur. Grote problemen vroegen om grote oplossingen, en iedere generatie opnieuw zette ‘de schop er in’ – bedijken, pompen, droogleggen, bemalen, verkavelen, reguleren, bewonen, bewerken. En als de dreiging toenam of het land verder zakte: repeat. Uitgangspunt hierbij was – en is – dat het Nederlandse landschap plastisch is. Dat het land als vanzelfsprekend gemaakt en hermaakt kan worden. Dit idee – de maakbaarheidsgedachte – is in de Nederlandse cultuur zo vanzelfsprekend dat de gedachte zelf bijna onzichtbaar is. Maar ze is óók diep geworteld in het bewustzijn van ‘de Nederlander’ –  een paradigma van waaruit men in Nederland ziet, denkt en handelt.