Een rivier van woorden

[wonderplugin_video iframe=”https://vimeo.com/546367147″ lightbox=0 lightboxsize=1 lightboxwidth=900 lightboxheight=800 autoopen=1 autoopendelay=0 autoclose=0 lightboxtitle=”” lightboxgroup=”” lightboxshownavigation=0 showimage=”” lightboxoptions=”” videowidth=900 videoheight=800 keepaspectratio=0 autoplay=1 loop=1 videocss=”position:relative;display:block;background-color:#fff;overflow:hidden;max-width:100%;margin:0 auto;” playbutton=”http://www.visual-art-research.com/wp-content/plugins/wonderplugin-video-embed/engine/playvideo-64-64-0.png”]

Een paar jaar geleden kwam ik thuis van een wandeling in Kinderdijk – je weet wel, van die molens – met een geheel nieuwe vraag: hoeveel woorden heeft de Nederlandse taal eigenlijk voor ‘water’? Mijn top-of-mind lijstje begon met 18 woorden, maar toen ik ging zoeken op een paar handige sites had ik er al snel meer.  Een paar uur  later stond de teller op 168 ….. allemaal woorden voor stilstaand of bewegend water op of onder het aardoppervlak. Wist toen zeker dat ik het aantal zou kunnen opkrikken tot boven de 200. Want ik had het water in grotten nog te gaan, en deeltijd-watergangen als wadi’s, en ook had ik het schipperswoordenboek nog niet volledig nageplozen.

De hele oefening liet een gesprek met Brisha, die in 2010 mijn klasgenoot was, levendig terugkomen in mijn herinnering. Ik had hem meegenomen op een vaartochtje over de Utrechtse grachten, en hij stelde de historische vraag ‘hoe verdelen jullie het water’? Voor hem – Ethiopier – een logische, voor mij een hilarische vraag. Want wij proberen alleen maar om van dat spul af te komen (iets wat overigens in de nabije toekomst nog wel eens zou kunnen veranderen). In elk geval, ik werkte me stotterend en stamelend door een verhaal heen over waterschappen en gemalen en pompen of verzuipen – niet mijn meest vloeiende conversatie ooit. Waaraan ik een einde maakte met het versleten gezegde ‘God schiep de wereld, maar de Nederlanders schiepen Nederland’.

Mijn lijst en mijn gestotter over waterbeheer leidden tot een vervolgvraag: zou je aan de Nederlandse taal kunnen zien hoeveel moeite we er door de eeuwen heen in hebben gestoken om onze voeten droog te houden? Misschien, dacht ik, is het nuttig om de lijst op te splitsen in ‘door de mens gemaakt’ en ‘door de natuur gemaakt’, en te kijken welke categorie de meeste woorden telt. Na splitsen en tellen kwam ik op de volgende stand: 83 woorden voor ‘door de mens gemaakt’, 79 voor ‘ door de natuur gemaakt’ en 6 in de restcategorie ‘kan allebei’. Dus op dat moment won ‘mens gemaakt’ met een smalle marge. En ik zag ineens dat de ruimte tussen de woorden zélf een rivier zou kunnen zijn – zie de afbeelding hieronder.

De lijst bleef overigens maar groeien, ze heeft nu meer dan duizend woorden. Dat had ik in het begin echt niet gedacht. De ‘door de mens gemaakte’ categorie wint het nog steeds, met een ruimer wordende marge.

Uiteindelijk vond ik het tijd worden om de rivier in beweging te zetten, en programmeerde een rivier van woorden die van boven naar beneden over een computerscherm beweegt Links ‘natuurlijk’, rechts ‘mens-gemaakt’. Visueel strak, maar met poezie in de geluiden die ik toevoeg: vogels, gemurmel van water, een trein die over een brug rijdt, kerkklokken die in de verte luiden. Hieronder een opname van hoe het er dan uitziet. Met mijzelf aan de knoppen om te laten zien hoe in het echt via een touch-screen met de waterwoorden gespeeld kan worden.

Het wordt een ode aan het waterbeheer, dus,  aan de lange inspanning van ons Nederlanders om te leven met, op (en misschien wel ondanks) het water. Volgende stap? Ik wil de rivier – die nu generiek is en geprogrammeerd met alle waterwoorden die ik maar kon vinden – toespitsen op de rivier waaraan en waarmee ik leef, de Waal:  Een Waal van woorden.