Overstroomd geheugen

Dit is het Museumplein, maar dan gezonken. De culturele kern van Nederland — waar we normaal lopen tussen Van Gogh, het Concertgebouw en het Rijks — ligt nu onder een dunne laag water. Alsof het geheugen van het land is overstroomd.
De mensen zijn verspreid over vlotten, hun lichamen omsloten door dekens, gezichten naar elkaar gekeerd, maar ook naar binnen. Ze dragen doorzichtige paraplu’s — het symbool van bescherming tegen iets dat allang is doorgesijpeld. Geen storm, geen regen, alleen een verstilling die te zwaar is om luchtig te zijn.
Het is alsof we kijken naar een collectieve wake. Geen paniek, geen protest, maar een trage aanvaarding. Alsof cultuur zelf tot drijfhout is geworden: drijvend, maar niet meer geworteld. Wat betekent het om een natie te zijn als je fundamenten opgeven? Als je erfgoed letterlijk niet meer op vaste grond staat?
Op de achtergrond spookt de contour van het Rijksmuseum, vaag en ver weg — niet langer een baken, maar een herinnering. Is het verleden nog houvast, of juist ballast?
Toch is er iets intiems in deze verstilling. De onderlinge nabijheid, de gedeelde kwetsbaarheid, het stilzwijgende weten: we zitten in hetzelfde water. Misschien is dat wat resteert wanneer alles verzonken is — een gedeeld vlot van verhalen, gezichten, wachten.
Wat zou jij meenemen als het plein weer droogvalt? Of wil je blijven drijven?