Mozaiek

Wat we hier zien is een levend landschap, een mozaïek van water en werk, waar de grens tussen natuur en cultuur is opgelost in riet, wind en stilte. De structuren in het water – platforms begroeid met wat lijkt op zeewier of rijzend riet – vormen een ritme dat meer aan tuinbouw doet denken dan aan aquacultuur. Maar deze teelt drijft. Ze rust niet op aarde, maar op netten, drijvers, palen. Hier wordt voedsel geproduceerd met water als dragende huid.
Op de achtergrond suggereren de windturbines een ander type productie: energie. Het is alsof het landschap een dubbel ademhalingssysteem heeft: een fotosynthetische ritmiek van planten en een mechanische rotatie van wieken. De menselijke huizen liggen laag en onopvallend in het middenveld, alsof ze zich schikken naar de elementen.
Het heeft een zekere trots, maar ook een spanning. Dit is een beeld van ‘duurzame’ maakbaarheid — de verleiding van de harmonieuze symbiose. Maar ik vertrouw dat evenwicht niet blind. Is dit werkelijk regeneratief, of slechts een nieuwe fase van beheersing?
De lijnen, de patronen, de techniek: ze zijn verleidelijk. Maar wie kijkt hier nog naar de onderlaag? Naar de modder waarin deze platforms rusten, naar het verziltende grondwater, naar de trekvogels die hier ooit foerageerden?
Toch, deze scène is niet totalitair. Ze is poreus. Beweeglijk. Hier wordt niet het einde van het landschap uitgebeeld, maar een tussenfase. Een experiment.
Zou dit een mogelijke toekomst zijn voor delen van het gebied langs de NulNAP-lijn? Misschien. Maar dan wel met scherpe vragen: wie mag hier boeren? Wat groeit er níet meer? En: wat gebeurt er als het water nog één meter stijgt?