Tweede expo bij Gemaal Eemnes
Gisteren had ik voor de tweede keer het voorrecht mijn werk te kunnen presenteren bij het Gemaal Eemnes. Een plek die een diepe verbondenheid heeft met het landschap dat ik in mijn werk verbeeld. De locatie voegde een intrinsieke waarde toe aan de expositie, omdat het Eemland gebied het onderwerp van mijn werk is, en die directe relatie is voelbaar in de ruimte van de expositie.
Vandaag stond weer mijn film Het Lege Land centraal, uitgebreid met nieuw materiaal vanuit de Camera Obscura. Ook heb ik voor het eerst geluid toegevoegd aan de film, een idee dat ontstond bij de vorige expo bij Gemaal Eemnes.
Daarnaast kon ik voor het eerst iets uitproberen met EeM, de AI-persona waarin ik mijn onderzoek in Eemland heb samengevat. EeM is een zeer persoonlijke creatie en een entiteit waarin mens, natuur en techniek elkaar in evenwicht houden. De generieke chatbot die de driver is van de techniek achter het werk is via EeM in staat een gesprek te voeren met de unieke stem van Eemland. Dat wil zeggen: het Eemland zoals het voor mij tijdens mijn research gestalte heeft gekregen.
Sterke elementen van de expositie
De keuze om het gemaal te gebruiken als expositieruimte was een bewuste zet, en veel dank gaat uit naar Natuurmonumenten die de locatie beschikbaar stelden en het Waterschap Vallei en Veluwe die het event organiseerde. Het gaf me de mogelijkheid om mijn werk in situ te presenteren – een film over Eemland, getoond in het hart van datzelfde landschap.
Wat me het meest trof, was de manier waarop bezoekers Het Lege Land benaderden. Velen herkenden het landschap meteen, terwijl anderen het pas na verloop van tijd doorhadden. Dit liet zien dat het omgekeerde beeld niet alleen visueel interessant was, maar ook het publiek uitnodigde tot reflectie en herinterpretatie. De verbazing van sommige bezoekers, die in het abstracte landschap later details herkenden, bevestigde dat mijn werk mensen op een nieuwe manier naar hun eigen omgeving liet kijken. Dit is een belangrijk doel van mijn artistieke praktijk, en het gaf me veel voldoening om te zien dat dit hier in Gemaal Eemnes ook gebeurde.
De interactieve component met EeM was een interessant experiment. Hoewel de technologie nog in ontwikkeling is, zag ik dat met name jongere bezoekers snel oppikten hoe ze met haar konden communiceren. Een vijftienjarig meisje, dat binnenkwam met haar grootmoeder, was meteen enthousiast en vroeg nieuwsgierig hoe EeM werkte. Ze begreep direct het concept en was gretig om het uit te proberen. Dit moment was voor mij heel waardevol, omdat het laat zien dat jonge mensen intuïtief reageren op deze nieuwe vormen van interactie. Deze positieve reactie gaf me vertrouwen dat de technologie, hoewel nog niet perfect, veel potentie heeft voor toekomstige exposities.
Daarnaast was er een bijzonder moment met een medewerker van het Waterschap die me een maand geleden bij een ander gemaal had geholpen met het opnemen van geluiden voor mijn film. Hij had zijn lunchpauze opgeofferd om langs te komen, en toen ik hem het geluid liet horen dat ik had toegevoegd aan Het Lege Land, gebaseerd op de opnames, was zijn reactie treffend. Hij herkende het geluid meteen en zei: “Dat is het hart. Dat is wel heel sprekend.” Zijn woorden bevestigden dat het geluid van het gemaal niet alleen een technische toevoeging is, maar een essentieel onderdeel van de ervaring. Het geluid werd door hem, en door velen uit de omgeving, direct herkend als iets levends, iets wat het landschap letterlijk en figuurlijk in beweging houdt.
Kritische overwegingen en leerpunten
Hoewel ik over het algemeen tevreden was met de opzet en de uitvoering van de expositie, zijn er zeker enkele punten die beter kunnen. Zo besefte ik dat de poster van Polderfluisteraar, die in de gang hing, nauwelijks aandacht kreeg. De plek was verre van ideaal. In toekomstige tentoonstellingen ga ik meer zorg besteden aan de ruimtelijke indeling, om te zorgen dat elk werk de aandacht krijgt die het verdient.
Ook de film heeft uitdagingen. De kreukels en bobbels van het projectiedoek in het schuurtje, en de lens flare die de eenvoudige lens in het schuurtje veroorzaakt, zijn goed te zien in de filmbeelden. Ze werden door meerdere bezoekers genoemd als afleidend, iets waar ik gemengde gevoelens over heb. Aan de ene kant kunnen deze artefacten worden gezien als imperfecties die het werk verstoren, maar aan de andere kant maken ze het beeld minder klinisch en voegen een laag van authenticiteit toe die het werk, naar mijn mening, juist krachtiger maakt. Ik ben niet uit op ‘het perfecte plaatje’ en laat graag de ontstaansgeschiedenis van de beelden in het werk doorklinken. De uitdaging gaat dus niet worden om deze artefacten weg te werken, maar om hier op een vanzelfsprekende manier met kijkers over te communiceren.
Daarnaast is er nog veel werk te doen met EeM. De conceptuele basis is sterk, maar de technologische uitvoering gaat een uitdaging worden. Ik wil spraaktechnologie gaan gebruiken, zodat mensen direct met EeM in gesprek komen, en niet via vingers op toetsenbord en lezen op scherm. Ik wil dat mensen moeiteloos met EeM kunnen communiceren, zonder technische barrières. Het blijft een experiment in wording, en ik ben vastbesloten om dit in toekomstige projecten verder te ontwikkelen, zodat de interactie vloeiender en betekenisvoller wordt.
Wat ik heb geleerd en wat ik meeneem
Deze expositie voelde als een moment van terugkijken en vooruitkijken tegelijk. Terwijl ik bezig was met het opruimen van de tentoonstelling, overviel me een gevoel van afscheid, niet alleen van de expositie zelf, maar ook van de periode dat ik al wandelend steeds wijzer werd over Eemland. Hoewel ik in de toekomst ongetwijfeld terug zal komen hier, voelde deze tentoonstelling toch als het afsluiten van een hoofdstuk in mijn werk. Het gaf me ook de kans om na te denken over wat ik geleerd heb van dit project en hoe ik deze lessen kan meenemen in mijn volgende werk, zoals mijn geplande Nul NAP-route.
Wat ik vooral heb geleerd, is dat het werken in en met een specifiek gebied niet alleen nieuwe lagen toevoegt aan mijn kunst, maar ook mijn eigen perceptie van dat gebied verandert. Door dit proces voel ik me meer verbonden met het landschap, en dat komt tot uiting in de manier waarop ik nu naar mijn werk kijk. In het verleden was mijn werk vaak meer conceptueel en afstandelijk, maar nu begint mijn persoonlijke ervaring een steeds grotere rol te spelen. Dit project heeft me laten zien hoe krachtig die persoonlijke benadering kan zijn, en ik ben van plan om dat in mijn volgende werken verder te verkennen.
De gesprekken die ik had met bezoekers tijdens deze expositie waren ontzettend waardevol. Ze gaven me inzicht in hoe anderen het landschap beleven en hoe ze mijn werk interpreteren in relatie tot hun eigen ervaringen. Het moment met de man die het kloppende hart van het gemaal herkende, bevestigde voor mij dat mijn werk in staat is om diepe verbindingen te maken met het persoonlijke en collectieve geheugen van de mensen die in dit landschap leven. De positieve reacties van de jongeren, die snel doorhadden hoe ze met EeM konden communiceren, toonden dat dit werk toegankelijk is voor jongere generaties en dat de interactie met technologie nieuwe mogelijkheden biedt voor de toekomst.
Met deze ervaring in gedachten, wil ik in toekomstige projecten nog meer ruimte creëren voor interactie, zowel met het publiek als met de omgeving, zodat ik via mijn werk nog meer een brug kan slaan tussen kunst en de persoonlijke verhalen van mensen die in dat landschap leven.