Eekhoorngras – Vulpia bromoides
Ik ging vanochtend tellen hoeveel aren mijn samples bevatten – en vond toen een grasje dat ik nog niet had gezien. Best een bescheiden dingetje.
Ging op zoek naar de naam, heb die uiteindelijk gevonden door een detailfoto op Google Images te plaatsen: Eekhoorngras. Tenminste, ik denk: eekhoorngras.Gezien die lange uitsteeksels aan dat ding waar ik de naam voor op moet zoeken moet het dit grassoort wel zijn. Ik zoek ‘uitsteeksels’ en ‘ding’ op: naalden aan kelkkafje – het is niet ondenkbaar dat ik ooit voor een grassen-expert door zal kunnen gaan. Volgens de Verspreidingsatlas komt hij in ons land voor, maar niet overal. .
Eekhoorngras staat op open en zonnige, warme en droge, goed doorlatende, ± matig voedselrijke, uitgesproken stikstofarme en zwak zure, kalk- en humusarme zandgrond, vaak met leem of klei in de ondergrond en soms ook op zavel en stenige grond. Ze groeit in schraal binnenduingrasland, op omgewerkte en braakliggende grond, langs spoorwegen en in afgravingen, in bermen en op hellingen, in heide en bosranden. Verder is ze waargenomen in zandakkertjes en op muren, tussen straatstenen en op zandruggetjes in vochtig poldergrasland, op kliftoppen, stortplaatsen en bij wolverwerkende fabrieken. Nederland ligt geheel binnen het Europese deel van het verspreidingsgebied. De soort is zeldzaam in het zuiden, oosten en midden van het land en langs de kust van Walcheren, Goeree en Schouwen en verder op de Waddeneilanden. Eekhoorngras is te onderscheiden van Gewoon langbaardgras en de Duinlangbaardgrassen door de kleinere verschillen tussen de beide kelkkafjes en de onderste zijtak die meestal de helft van de hele bloeiwijze beslaat.
Grasaartje
A=”volledig” aartje met een bloeiende bloem
B = stamper
C = helmhokjes,
D= onderste kelkkafje (glume),
E = bovenste kelkkafje (glume),
F = bovenste kroonkafje (palea) al dan niet met korte naald
G = onderste kroonkafje (lemma) met grotere naald
H = stamper en overige bloemdelen in niet-uiteengevouwen staat