Groei
Het gras groeit, groeit en groeit – ik heb mijn samples gelukkig eind april genomen, wat er voor gaat zorgen dat ik ze allemaal in bloei ga zien. Een zegen voor de determinatie!
Gestreepte witbol – Bloeitijd: mei tot in september
Straatgras – In jaren met milde winters kan de soort het gehele jaar door bloeien, zaad vormen en kiemen.
Kropaar – De gemiddelde doorschietdatum valt in de tweede helft van mei. Soms bloeit de soort in de herfst voor de tweede maal
Engels raaigras – De hoofdbloeiperiode valt in de maand juni.
Timotheegras – De gemiddelde doorschietdatum van het hooitype valt in de tweede week van juni en van het tussentype en weidetype respectievelijk in de derde en vierde week van juni.
Best veel te zeggen over hoe vee de verschillende grassoorten waardeert – en voor mij grappig en nieuw om er op die manier naar te kijken. Dit zegt het boek Graslandplanten (deel van de Praktijkreeks Veehouderij) over de smakelijheid van de grassoorten uit mijn samples:
Gestreepte witbol werd in het verleden landbouwkundig matig gewaardeerd. Onder matige bemestingsomstandigheden kan de soort nog goed produktief zijn. Waarschijnlijk vanwege de dichte beharing laat de smakelijkheid van het gewas echter te wensen over. In het najaar mijdt het vee de soort, vanwege de grote hoeveelheid dode bladeren.
Straatgras is in staat om open plekken in het grasland snel met kiemplanten te bezetten en vervult op die manier de rol van opvulgras. Het is echter een laagproduktieve, niet-smakelijke soort met een lage landbouwkundige waardering.
Kropaar – wanneer er voldoende jonge spruiten aanwezig zijn neemt weidend rundvee kropaar goed op. In een ouder stadium wordt de soort echter gemeden. De voederwaarde van kropaar is lager dan van Engels raaigras.
Engels Raaigras – Naast goede eigenschappen ten aanzien van opbrengst, voederwaarde, zodekwaliteit en smakelijkheid heeft Engels raaigras als zwakke punten: de matige wintervastheid, vooral in combinatie met wateroverlast,, en de gevoeligheid voor kroonroest.
Timotheegras wordt landbouwkundig hoog gewaardeerd en is in meerdere graszaad mengsels opgenomen. De soort is zeer wintervast. In een jong stadium is de soort zeer smakelijk, maar wanneer het gewas eenmaal is doorgeschoten neemt het vee het minder goed op.
Wind, K en Elzebroek A. TH. G , 1989, Graslandplanten, Uitgeversmaatschappij C. Misset BV, Doetinchem