Hooifabriek

Het wordt me steeds duidelijker dat Eemland eigenlijk een hooifabriek is. De monding van de Eem overstroomde vroeger regelmatig, het water zette slib af en dat gaf voeding aan de bodem. Wat zorgde voor heel veel en kwalitatief goed gras en hooi.

Op het gras werden ossen vetgeweid. In de Middeleeuwen werden die ossen aangevoerd vanuit Zuid-Zweden en Denemarken, via een handelsroute die liep vanuit door Duitsland naar het Eemland en Noordholkand. De ossen werden op het goede gras vetgeweid, dan geslacht. Tonnen gepekeld rundvlees gingen met VOC schepen mee naar ‘de Oost’. Vers rundvlees werd door de gegoeden in de stad gegeten.

Het hooi werd gebruikt om de eigen veestapel de winter door te krijgen, of verkocht naar buiten het gebied.

Nog steeds is de belangrijkste bestemming van de Eempolder en Arkemheen om van zonlicht plus water plus voeding uit de bodem via gras calorieen te maken die geschikt zijn voor menselijke consumptie – nu vooral melk, kaas en vlees.

The History of the World in 100 Plants

page 6 We are the humans. We are the world-changers. We hold the planet in the palm of our hands. But we still eat the sun, as we always have done, as we always will for as long we continue to exist. We can’t eat anything else. We consume the energy of the sun in the form of food, and the sun is made available for consumption by plants. Plants make food from the sun by the process of photosynthesis: nothing else in the world can do this. We eat plants, or we do so at second hand, by eating the eaters of plants, or, in longer food chains, the eaters of the eaters of plants.

Barnes, S, 2022, The History of the World in 100 Plants, Simon & Schuster UK ltd, London

Het was een soort ‘aha’ moment – het moment dat ik zag dat al het andere er ten dienst staat hiervan, er aan ondergeschikt is of er uit voortvloeit. De ruimtelijkheid – een polder zonder bomen; het patroon van de lange rechte sloten; de dijken en hun historie; de boerderijen achter de Wakkerendijk; de enkele nieuwe boerderij in de polder; de gemalen die het grondwaterpeil tot op de cm beheersen; de weidevogels in hun zorgvuldig aangelegde plas-dras gebiedjes. Allemaal bijproducten van ‘de hooifabriek’.

Ik ging daarom op een zonnige zondagochtend het Eemland in om het gras beter te leren kennen. En nam een tiental monsters mee naar huis, zie hier. Die monsters heb ik nu ‘op kweek’ gezet. Mijn eerste indruk: gras groeit hard! En het is – op de keper beschouwd – fascinerend van vorm. To be continued ….

Gijsbers, W. M. (1999). Kapitale ossen. De internationale handel in slachtvee in Noordwest-Europa 1300-1750, UvA-DARE (Digital Academic Repository)

pag 90, kaart van P. Burm. Er zijn in het archief van de Staten-Generaal twee lijsten teruggevonden, waarop twee routen vanaf de Jutse stallen tot aan de Hollandse weiden staan aangetekend

Heb het even via Google Maps nagerekend: dit is een afstand van c.a. 800 km, een wandelaar die 4,5 km per uur doet en 8 uur per dag is er c.a. 23 dagen mee bezig dit te lopen – geen idee hoe snel en hoe lang een os loopt. Opgezocht: 15 km per dag zou realistisch kunnen zijn. Dan meer dan 50 dagen lopen! Letterlijk een andere tijd.